Godfried Bomans' doodsangst op de zandplaat

Door: Anneriek de Jong

Voorstelling: Protest uit de zandbak door Amphiproduktie/ Carina Molier. Concept en regie: Carina Molier. Spel: Arie de Mol en Kees Hartveld. Gezien: Amphitheater, 19/3. T/m 26/3 aldaar; tournee t/m 21/4.

Rottumerplaat, een eiland voor de Groningse kust, een oerlandschap van zand, zee en lucht, onbewoond en zonder bomen. Godfried Bomans bivakkeert hier van 10 tot 17 juli 1971 in een schamel tentje. Zijn enige contact met de wereld is Willem Ruis van de Vara-radio, aan wie hij dagelijks verslag uitbrengt over zijn eenzame eilandavontuur. In duizenden huiskamers leeft men met de geliefde schrijver mee.

Carina Molier (1959) maakte een toneelvoorstelling over die dramatische week waarin Bomans, destijds dè literaire entertainer, zo hardhandig op zichzelf teruggeworpen werd dat het lachen hem verging. Verrassend genoeg is de grote afwezige in Protest uit de zandbak Godfried Bomans zelf. De twee acteurs spelen de meest uiteenlopende figuranten, van de schipper die de schrijver naar het eiland bracht tot en met Bomans' minnares Maria - maar de hoofdpersoon blijft buiten beeld. We moeten het doen met Bomans' stem, die tot ons komt via krakende bandopnamen.

Wie wèl uitvoerig in beeld komt, is Willem Ruis, gespeeld door Arie de Mol. Samen met zijn assistent Gé Gouwswaard (Kees Hartveld) zit hij achter een montagetafel, recht tegenover het publiek. Met hun lange, in hun ogen hangende haren en hun voorkeur voor de popmuziek van Focus roepen zij de sfeer op van de vroege jaren zeventig, de jaren van de anti-psychiatrie, het anti-kapitalisme en het Anti-Bomans-Genootschap.

Een tijdperk herleeft. Jan Wolkers, gekleed in het gewaad van een Afrikaans stamhoofd, komt wild zwaaiend met een visnet de studio binnengewandeld. Hij wil na Bomans een week op het eiland doorbrengen en zelf zijn vissen vangen. Het ironisch bedoelde contrast tussen de vitale natuurmens Wolkers en het tobberige heertje Bomans wordt hier zwaar aangezet.

Zulke contrasten verhogen, in het begin althans, het dramatische effect. Spanning wordt gecreëerd doordat de acteurs meteen al een verband leggen tussen Bomans' eilandavontuur en zijn dood, op 58-jarige leeftijd, enige maanden later. Zijn op Rottumerplaat zo intens beleefde horror vacui, suggereren zij, moet hem ziek hebben gemaakt. De wind, de krijsende meeuwen en vooral zijn eigen hulpeloosheid werken hem op de zenuwen. 's Nachts vreest hij vermoord te worden door leden van 'De Rode Jeugd', die hem thuis met dreigbrieven hebben bestookt.

Zo spannend als Protest uit de zandbak begint, zo saai is de hele tweede helft, die niets nieuws aan vorm en inhoud toevoegt. Carina Molier - toch al aardig bedreven in het maken van biografische drama's, getuige haar produkties over kunstenaars als Buñuel, Dalí en Lou Reed - vond het kennelijk nodig elke dag van Bomans' eiland-week afzonderlijk in scène te zetten, terwijl we ook na drie van zulke dagen ruim voldoende weten. Ruis' botte geschutter achter de radiomicrofoon, de ruzies met zijn assistent, het op- en afzetten van malle pruiken - bij zo'n overdosis docudrama slaat onverbiddelijk de vermoeidheid toe. Ook al werd Godfried Bomans op zijn zandplaat door hetzelfde gevoel overmand, bevredigender zou toch een andere afloop zijn geweest, met minder ernst en meer Capriolen, om maar eens één van die heerlijk oubollige titels van Bomans' boeken te noemen.

Bron:
NRC Handelsblad
21 maart 1994