Verslag werkweek Rottumerplaat

Periode: 2 april 2002 - 5 april 2002
   
Rijkwaterstaat: Egbert en Janny (kok)
   
SVRR: Nely, Siety, Corrie, Andreas, Hans en Dick
   
Aannemer: Bert en Marco
   
Werkzaamheden: Zwerfvuil opruimen
   
Weersomstandigheden: Niet of nauwelijks bewolking. Zon, met vaak strakblauwe lucht. Middagtemperatuur ca. 14 graden. Dinsdag windkracht 3 a 4, dagelijks aantrekkend, tot kracht 7 op vrijdagmiddag.

Veranderingen Rottumerplaat
In april 2000 was ik voor het laatst op Rottumerplaat. De veranderingen sindsdien zijn volgens mij niet grootschalig. Een paar zaken die mij zijn opgevallen:

A. De noordkwelder strekt zich nu uit van de stuifdijk tot aan de 'lagune' tussen het eiland en het rif. Het zandstrand aldaar is veranderd in een slikgebied met kweldervegetatie.

B. Het Westerduin is niet verder afgenomen. Veel stuifduin en pioniersduin, ook richting Boschplaat.

C. Aan de 'voet' van het rif is pioniersduin ontstaan.

D. Het rif lijkt breder te zijn dan twee jaar geleden.

E. De zandplaat aan de oostzijde is veel kleiner geworden

Uitgevoerde werkzaamheden
Tijdens deze week is alleen zwerfvuil opgeruimd, bestaande uit:

Glas: circa 0,75 m3;

Divers: circa 5 m3 of 3,5 ton (touw, plastic, netten, etc.);

Chemisch: veel jerrycans olie, (TL-) lampen, 1 TV, spuitbussen, verpakkingen met diverse inhoud.

Op dinsdag 2 april is gewerkt vanaf 13.00 uur tot 18.00 uur, op vrijdag 5 april van 07.00 uur tot 12.00 uur. De overige dagen van 07.00 uur tot 18.00 uur. De nummers op onderstaand kaartje geven de volgorde aan waarin 'de Plaat is gepoetst'. Er is steeds gewerkt door twee werknemers van de aannemer en zes vrijwilligers.

Voorbereiding
Ineens gaat het razendsnel. Op 15 februari is er in de BAKR overeenstemming bereikt over de manier waarop de komende drie jaar onderhoud zal worden gepleegd: zwerfvuil opruimen en onderhoud aan de gebouwen. De werkweek nieuwe stijl is geboren. En de SVRR blijft daarbij betrokken door vrijwilligers te leveren, zoals op de Zwolledag in februari door de donateurs aangegeven.

Er is afgesproken dat er in ieder geval in 2002 steeds een bestuurslid meegaat om verslag te doen van de werkzaamheden, de ontwikkelingen op de eilanden te bekijken en indien nodig samen met Egbert Bakker het werk te coördineren. Peter Venema heeft gevraagd of ik de eerste week van april naar Rottumerplaat wil, omdat ik de situatie daar redelijk goed ken. Natuurlijk wil ik dat.

Op de lijst staan ook Kees Stapper en Andreas van der Hoeven, waarmee ik vorig jaar op Oog ben geweest. Verder nog drie dames, die ik nog niet eerder heb ontmoet. Helaas blijkt Kees niet te kunnen. De uitnodigingen zijn natuurlijk op korte termijn verstuurd en hij had al andere verplichtingen. 'Pech, pech, pech', zo verwoordde hij het.

Tweede Paasdag vertrek ik naar Uithuizen. Andreas heeft geboekt in hotel Het Gemeentehuis en dat heb ik toen ook gedaan. In het telefoongesprek gaf men aan dat het hotel eigenlijk gesloten is, maar men zal zorgen dat we er toch in kunnen. Het is de bedoeling dat collega-bestuurslid Wim Bosscher, die aan de beurt is om de vrijwilligers uit te zwaaien, ons om half tien ophaalt in Uithuizen en naar de Eemshaven brengt.

Ik ben er weer helemaal klaar voor!

Maandag 1 april 2002
Door Joke, Tom en Sandra ben ik, na een heerlijk Paasweekeinde Otterlo, in Arnhem bij het station afgezet. Om 14.41 op de trein naar Zwolle en een uurtje later een snelle aansluiting naar Groningen. Daar een korte consumptie in de stationsrestauratie en vervolgens de trein naar Uithuizen, waar ik om een uur of 19.00 aankom.

Andreas zit al op het perron te wachten. De sleutel van mijn kamer heeft hij bij zich; het hotel is inderdaad gesloten en verder is daar niemand. Voor de deur wachten we op Netty, waar ik al een jaartje mee e-mail, naar aanleiding van de bibliografie van Rottum die zij in het kader van haar studie heeft gemaakt. Omdat het even duurt, nemen we alvast onze intrek in het café aan de overkant om een borreltje te drinken en plakken een briefje aan de voordeur van het hotel. Rond een uur of acht komt ze. We praten een uurtje of twee over van alles en nog wat. Zeer gezellig! Altijd weer leuk om iemand te ontmoeten waar je al een tijdje mee correspondeert, maar die je verder nog nooit hebt ontmoet.Andreas en ik eten tussendoor een mixed grill.

Rond elf uur zoeken Andreas en ik het hotel weer op.

Dinsdag 2 april 2002
Om acht uur nuttigen we een keurig verzorgd ontbijt. Er blijkt nog een gast in het hotel te zijn. Daarna doen we nog snel wat boodschappen. Andreas moest nog wat handcrème en zonnebrand hebben en ik koop de eerste editie van het nieuwe Dagblad van het Noorden. Wim Bosscher is ruim op tijd aanwezig in het hotel en brengt ons naar de Eemshaven, alwaar we de rest van het gezelschap ontmoeten.

Er blijken toch ook twee mannen van de aannemer te zijn (Bert en Marco). Verder ontmoeten we daar Nely, Siety, Corrie en Hans van de SVRR en Egbert en Janny van RWS. Leuk om Janny deze week als kok bij ons te hebben! Het weer is schitterend. Uit de wind is het zo aan het eind van de morgen al heerlijk warm. We hebben dus een prachtige overtocht. De laatste paar honderd meter leggen we af met de vlet, omdat de Regulus niet vlak bij het strand kan aanleggen. We zijn nogal zwaar beladen waardoor de motor een paar keer afslaat, maar uiteindelijk staan we, na nog een meter of vijftig door het water te hebben gewaad, op het strand van Plaat. Als we alle bagage naar het huis hebben gebracht, heeft Janny inmiddels de lunch al klaar staan: brood met een heerlijk soepje.

Rond 14.00 uur gaan we aan het werk, vlak bij huis aan de zuidkant van de stuifdijk. Veel truien zijn met dit heerlijke weer niet nodig. We doen die middag een kilometertje of twee en vinden ontzettend veel rotzooi. Er zijn veel schoenen bij, waarbij opvalt dat dat voor 80% linkerschoenen zijn. Die verhouding blijft de rest van de week zo. Het lijkt erop dat hier zich hetzelfde fenomeen voordoet als bij kleppen van noordkrompen. Misschien is onderzoek hiernaar de moeite waard. Verder vinden we nogal wat jerrycans met olie. Ze zijn allemaal klein van stuk, wat doet vermoeden dat ze in ieder niet van grote schepen afkomstig zijn. Vóór het avondeten hebben we al drie keer de aanhanger gevuld. Wat verder zeer in het oog springt is het zeer grote aantal dode eidereenden.

Het avondeten is hutspot. Gelukkig had ik dat op de boot al gehoord en heeft Janny aardappelen en worteltjes voor mij apart gelaten.

Na het eten ga ik nog naar de oostpunt om schelpen te zoeken. Ik vind niet veel, vooral ook omdat de zandplaat aan de oostkant ten opzichte van een paar jaar geleden flink kleiner is geworden. Op het wad lopen een paar mannen. Het blijken kokkelvissers te zijn die een inspectietocht houden om vast te stellen hoeveel kokkels er in de Waddenzee aanwezig zijn. Op het strand praat ik een tijdje met een van hen. Het standpunt van de man is begrijpelijk -het gaat tenslotte om zijn brood- maar verder is het een heilloze discussie omdat ik nu eenmaal vind dat je moet stoppen met het vissen van kokkels. Zijn argumenten zijn vooral dat er in de Waddenzee kokkels genoeg zijn, dat zij alleen de volwassen kokkels willen vangen en dat eidereenden alleen jongere exemplaren kunnen eten. Een grief van hem is dat de pers alleen het standpunt van de milieuorganisaties verwoordt en zaleden aandacht aan de vissers besteedt. Dat de bodem nogal omgewoeld raakt en er dus ook veel andere organismes getroffen worden, zegt hem niet zoveel. Toch interessant om eens met een kokkelvisser te hebben gesproken.

Na thuiskomst nog even naar huis gebeld, waar alles goed gaat. Daarna nog een uurtje met Egbert aan de computer doorgebracht. Hij blijkt een geschiedenis van Rottum te hebben. Simon is daarmee begonnen en Egbert heeft daar later nog een aantal pagina's aan toegevoegd. Ik kan een printje krijgen, wat ik natuurlijk binnenkort op de site zal plaatsen.

's Avonds, zoals vanouds, weer veel discussie over het onderhoud op de eilanden. Naar aanleiding van de ontdekking dat Janny geen donateur van de SVRR is, maakt zij de opmerking van de week: "Je wordt toch geen lid van je eigen fanclub!?"

Om 12.00 uur ga ik naar bed.

Woensdag 3 april 2002
Om 6.20 uur op. Beetje koude nacht gehad; één deken was net iets te weinig. Het is een tamelijk frisse ochtend, maar wel onbewolkt. De wind is gedraaid naar het oosten en iets aangetrokken.

’s Morgens hebben we eerst verder opgeruimd langs de zuidkant van de stuifdijk. Daarna zijn we doorgestoken naar de rand duintjes en hebben die zuidwaarts verder afgehandeld. De doorgang bleek met de auto’s te maken. (gezien het grote aantal schoonmakers zijn we met twee landrovers onderweg) Toevallig zat ik zelf net achter het stuur. Spannend!

Langs de stuifdijk lag hoe verder we kwamen steeds minder rommel; in en langs de duintjes is genoeg van onze gading te vinden. Siety vindt de eerste flessenpost: veel brieven in één fles. Ook Marco raapt een fles met een briefje op. Hij is overigens zijn dip van gisteren weer geheel te boven.

Voor de lunch heeft Janny koninklijke gehaktballen, rode kool, sla en aardappelen. Natturlijk met soep vooraf en een puddinkje toe. Zelf kan ik maar niet wennen aan dat warme eten tussen de middag, hoe lekker het ook is.

’s Middags doen we het starnd en een deel van de noordkwelder. Het is inmiddels heerlijk warm geworden (als je tenminste met de wind in de rug loopt). Op het stuk strand tussen de bungalow en –grofweg- het begin van de kwelder vind ik een noordkromp. Het strand is hier vergelijkbaar met de ‘oude velden’ op Schier. Veel fossiel materiaal dus, en verder de soorten die je hier ook verwacht. Naast de noordkromp weinig spectaculairs.

Na de thee chauffeer ik de rest van de middag. Het pad door de kwelder is zeer blubberig, wat het rijden niet makkelijk maakt (glibberen, slippende wielen, dreiging vast te raken, etc). Vlak voor de lunch en aan het eind van de middag zien we de Westerduinen liggen. Die lijken zo op het eerste gezicht niet verder afgenomen. Rechts daarvan is pioniersduin zichtbaar op de plek waar zo ongeveer het rif begint. Volgens mij was dat er twee jaar geleden niet. Ook Hans, die hier drie jaar geleden was, is die mening toegedaan.

Af en toe houden we natuurlijk een korte pauze om van de verschillende uitzichten te genieten en naar de vogels te kijken. Je ziet ze al overal paartjes vormen. Wel had ik er al meer verwacht. Eenmaal wordt zo’n pauze ruw verstoord door twee overvliegende straaljagers. Ze zullen best de minimumhoogte in acht nemen, maar het hoort hier niet thuis!

Na het avondeten heb ik een auto ‘gehuurd’, om schelpen te gaan zoeken bij het Westerduin. De raadgevingen van Egbert zijn talrijk: voor donker thuis, niet onder de laagwaterlijn, mijn sporen volgen, dezelfde weg terug nemen want aan de andere kant van het duin is drijfzand, neem een ‘lulijzer’ mee. Het is goed bedoeld, want hij weet dat ik me aan de regels houd en ik ben dan ook zeer blij dat het mag. Nely, Siety, Hans en Andreas gaan mee. Ik raap twee eikapsels van de hondshaai op verder twee ovale slijkgapers en wat acanthocardia’s. Ik heb nog nergens gruisbankjes gezien, terwijl ik dit jaar zo graag wat zakken gruis had verzameld. Ook zijn er nauwelijks slakken, op wulken en een paar tepelhorens na. Op het strand kijken we naar een prachtige zonsondergang; niet helemaal, want we moesten immers voor donker thuis zijn en het is nog wel een eindje rijden.

Bij het verzamelde vuil zat vandaag niet veel bijzonders. Vermeldenswaard zijn alleen een paar zeer grote trossen en een groot aantal prachtige planken. Inmiddels hebben we één container bijna vol en is de glascontainer al half vol.

In de huiskamer is het gewoontegetrouw weer snikheet. Ik bel nog even naar huis en besluit met Tom dit jaar geen on-line verslagen op internet te zetten. Door het late schelpen zoeken zijn mijn verslagen niet op tijd klaar. We kijken naar Home Alone en drinken een borrel. Een groot deel van het gesprek gaat over het mysterie van het verdwenen logboek. Gedurende een jaar is het weg geweest. Bij plotselinge terugkomst –niemand weet waarvandaan- bleken alle namen van vrijwilligers minutieus te zijn onderstreept. Door wie? Waarom? We gaan dat morgen uitzoeken.

Als ik om 12.30 uur naar bed ga heb ik weer een schitterende dag gehad: een leuke groep, een prachtig eiland, schitterend weer. Ik klaag niet.

Donderdag 4 april 2002
Om half zeven een heerlijk gebakken eitje bij het ontbijt. Dat sterkt je! Na het nieuws van zeven uur gaan we aan het werk. Op de zuidkwelder en de Boschplaat vinden we niet zo veel rommel. Bert en Marco gaan wat eerder terug naar huis omdat Marco een telefoontje moet plegen. Prompt raakt de auto vast. Zonder de tweede auto slagen we er toch in alles weer aan de gang te krijgen. Ik rijd naar huis. Op het laatste stukje komen Bert en Marco ons al tegemoet. Ze vinden het wat lang duren en vrezen dat we ergens vast zitten.

Als je zo van west naar oost rijd, kom je verschillende stukken ‘weg’ tegen. Aan de westkant eerst veel stuifzand op grote hopen. Dat is lastig te passeren. Vervolgens tot de kwelder hard zand en onder de kwelder langs natuurlijk zand en slik. Een stuk om langzaam te passeren. Daarna weer goed te berijden strand, tot aan de chicane: een bochtig stukje, met diepe sporen en veel mul zand. Vlak daarna passeer je zeer langzaam en voorzichtig de hobbelige resten van de gobi-matten. Tenslotte nog een stukje vlak rechtuit en alleen na de laatste afslag rechts nog een moeilijk stukje naar de oprijlaan waar je flink het gas erop moet houden om niet vast te raken. Al met al een boeiende ervaring voor een stadsrijder.

Op de kwelder vinden we een TV, wat natuurlijk een leuk plaatje oplevert. Verder maken we voor de lunch ook nog even een excursie naar het rif.

Voor de lunch zet Janny ons kip, aardappelen en sla voor. Daarna maken we de rest van de middag zuidkwelder, westerduin en boschplaat af. Ondanks dat het westerduin ten opzicht van een paar geleden flink is afgekalfd en in hoogte afgenomen, blijft het een schitterend gedeelte van het eiland: een en al stuifduin. Aan het eind van de middag beklimmen we de ‘tafelberg’ (hoog punt aan het westelijk eind van de stuifdijk) waar je een prachtig uitzicht over het hele eiland hebt. Ik maak een panorama van vijf foto’s van het westerduin.

Het weer is op dat moment fantastisch. Uit de wind is het zeer goed uit te houden. Net als gisteren is de dag tamelijk fris begonnen, met weer iets meer wind dan gisteren (4 à 5). Overigen was ik de hele dag een beetje duf.

Na het avondeten begeef ik me nog even naar de strekdammen om te zien wat daar voor weekdieren wonen. Helaas alleen alikruiken en kokkels en verder natuurlijk zeepokken en een enkele zeeanemoon. Helaas geen keverslakken of porseleinslakken gevonden. Omdat het op het strand erg koud wordt, loop ik nog even naar de duinen rond het huis. Met Corrie op een duintop genoten van het uitzicht. Het is op dat moment enorm helder. Jammer dat je boven op het duin zo ongeveer gezandstraald wordt. We hebben beiden besloten het vogelwachtershuisje niette beklimmen. Hoewel het nauwelijks hoger is dan het duin waarop we nu staan, blijkt de stalen, steile ladder een ernstige belemmering voor ons te zijn. Ondanks al mijn voornemens lukt het dus ook dit jaar weer niet.

Vanaf het huisje roepen Egbert en Andreas me toe. Ze zien in het verlengde van de Kaap op Rottumeroog en windmolen staan. Vanuit die positie is het net of de molen op de Kaap staat. Ik geef ze mijn fototoestel met telelens mee.

Tot slot van dit avonduitje nog even naar huis en naar Hans gebeld. Hij is nu een van de weinigen die vanaf Rottumerplaat zijn gefeliciteerd.

Tussen koffie en borrel zit ik met Egbert achter de computer. Eerst zoeken we het mysterie van het verdwenen logboek uit. Egbert heeft van alle werkweken nog overzichten van de aanwezigen. Uiteindelijk besluiten we dat Simon het waarschijnlijk na zijn laatste werkweek (ook de laatste werkweek van dat jaar) mee naar huis heeft genomen. Verder proberen we de panoramafoto’s van RWS weer te installeren, maar dat lukt niet. Snel ga ik nog al mijn schelpen inpakken want ik weet niet of daar morgen nog tijd voor is.

Tijdens de borrel schrijf ik verder aan mijn eigen dagboek, werk de soortenlijst bij en zet ook nog een stukje in het hervonden logboek. Zou leuk zijn om met al dat materiaal eens iets te doen! Ook vandaag weer niet zo erg laat naar bed.

Vrijdag 5 april 2002
Deze laatste ochtend besteden we aan het schoonmaken van het rif. Daar ligt niet veel vuil, maar hat is natuurlijk wel een heel eind lopen van oost naar west. De wind is inmiddels nog krachtiger geworden, waardoor je eigenlijk alleen nog maar met wind in de rug kunt lopen.

Volgens mij is het rif in noord-zuidrichting gegroeid. Er liggen enorm veel schelpen en vergelijkbare velden als op de oostkant van Schier. Ik vind nog een noordkromp, een paar otterschelepen en wat acanthocardia’s. Verder raapt Bert een aantal aan elkaar gegroeide oesters (fossiel) voor me op.

In de vloedlijn ligt nauwelijks iets. Met moeite verzamel ik toch nog beetje gruis. Iemand vind ook nog een schedel van een bruinvis. Stinkt te erg om mee te nemen.

Voor de laatste maal schuiven we aan tafel aan, alwaar ons bami wordt voortgezet inclusief gebakken ei, saté en alles wat daar verder bij hoort. Nu het toch weer over eten gaat: de hele week hebben we tijdens de koffie en thee eigengebakken kruidkoeken uit verschillende delen van het land gehad, door vrijwilligers (of hun moeder) gebakken. Boeiend om te ervaren hoe al die koeken in smaake en samenstelling verschillen. Ze waren allemaal heerlijk!

Na de lunch eerst een groepsfoto voor de garage. Bij het wisselen van  film krijg ik de indruk dat de oude film niet getransporteerd is. Dat gevoel blijkt later helaas bewaarheid te worden! Daarna pakken we tassen in en brengen alles naar de shovel. Verder wordt er, omdat we toch ruim in de tijd zitten, gestofzuigd, gedweild en zo meer. Dat heb ik in al die jaren nog nooit eerder meegemaakt. Maar ja, we moesten meestal ook rennen naar de boot.

Zo om een uur of drie vertrekken we naar het ponton en komen daar net te laat aan om het zonder lieslaarzen te kunnen beklimmen. De Amasus ligt al sinds een uur of twaalf een paar honderd meter uit de kust. Dichterbij kunnen ze niet komen. Er is een vlet onderweg om eerst de bagage en in tweede instantie de mensen op te halen. Door de harde oostenwind staat er bijzonder weinig water, hier en daar zelfs te weinig voor de vlet, die dan ook deels getrokken en geduwd moet worden. Even voorbij de Amasus ligt de Harder, waarvandaan ook een vletje onderweg is. Ze komen de nieuwe vogelwachters brengen, die dit weekend eerst door Bert Corté zullen worden ingewijd en dan vanaf volgend weekend het hele seizoen blijven.

Uiteindelijk slagen beide bootjes erin ons te bereiken. Alle bagage en Nely gaan met de vlet van RWS mee. LNV biedt ons ook een lift aan, waar Corrie, Andreas en ik gebruik van maken. Het wordt een bijzonder moeizame overtocht. Een klein stukje kunnen we flink vaart maken, maar de rest is het modderen. We blijven gelukkig wel droog. De vlet van RWS gaat weer terug om de rest van het gezelschap te halen. Na dik een half uur komen ze aan. Sommigen zijn bijna doorweekt.

Op het strand zien we de vogelwachters in de weer met ‘onze’ auto op ‘ons’ eiland, zoals Corrie het wat zuur, maar wel vol humor zegt.

De overtocht naar de Eemshaven is behoorlijk ruw. Windkracht 7, golven van ongeveer twee meter hoog en tussen de eilanden ligt natuurlijk ook nog een bank die het allemaal nog wat woester doet zijn. Zo heen en weer geslingerd gaan de boeken van Klaas Toxopeus voor je leven! De maag van Hans is niet helemaal bestand tegen deze ze. Als het eenmaal op de Noordzee ietsje rustiger wordt, neemt hij plaats op het achterdek.

Om een uur of zes arriveren we in de Eemshaven en nemen afscheid van elkaar. Hans en ik kunnen met Nely meerijden naar Groningen. Hans gaat eerst bij zijn zoon langs en ik ga naar het station. Daar eet ik eerst een tosti en reis daarna af naar Amsterdam. Om een uur of tien sta ik op WTC. Joke haalt me daar af.

Einde van weer een fantastische week op Rottumerplaat. Janny, Corrie, Nely, Siety, Egbert, Hans, Andreas, Bert en Marco: hartelijk dank!

 O 2002 groep.jpg (128032 bytes)   O 2002 TV.jpg (74162 bytes)   o 2002 kwelder.jpg (42756 bytes)    O 2002 westerduin.jpg (90677 bytes)

Klik op de foto's om ze te vergroten

 

Waarnemingen fauna

Weekdieren
Weekdieren
Kokkel
Brakwaterkokkel
Nonnetje
Grote strandschelp
Strandgaper
Ruwe boormossel
Halfgeknotte strandschelp
Ovale strandschelp
Stevige strandschelp
Mossel
Oester
Zaagje
Fossiele grote strandschelp
Amerikaanse zwaarschede
Noorse hartschelp
Noordkromp
Wulk
Witte boormossel
Rechtgestreepte platschelp
Tepelhoren
Ovale slijkgaper
Platte slijkgaper
Gedoornde hartschelp]
Geknobbelde hartschelp
Tere platschelp
Afgeknotte gaper
Alikruik
Amerikaanse boormossel
Grote zwaardschede
Tafelmesheft
Wadslakje
Tweetandschelpje

Vogels

Roodborst
Merel
Zilvermeeuw
Mantelmeeuw
Kramsvogel
Kolgans
Scholekster
Strandloper
Bergeend
Houtduif
Rotgans
Kraai
Wilde eend
Zee-eend?
Middelste jager
Veldleeuwerik
Koperwiek
Kiekendief
Eidereend
Ekster
Duinpieper
Wulp
Kuifeend
Kapmeeuw
Stern of visdief
Lijster

Overig
Noordzeekrab (scharen)
Strandkrab
Konijn
Zeehond
Stekelrog (eikapsel)
Hondshaai (eikapsel)
Zeepok
Zee-druif
Zeeanemoon
Bruinvis (schedel en rugwervel)