Een dag vuil ruimen op Rottumeroog

Door: Corrie Lenstra-Boon

De foto's die Ed Bus deze dag maakte kunt u hier bekijken

‘s Morgens heel vroeg, maandag 9 maart, waren we al uit de veren en in het donker zochten we in de Eemshaven naar de steiger waar het schip van Rijkswaterschap, de “Asterias”, aangemeerd lag. Zo begon onze werkdag “vuil ruimen op Rottumeroog”. Eenmaal varend op het schip bij de kapitein op de brug kwamen we met koffie helemaal bij en leerden de andere medewerkers kennen. We waren met vijf mensen die opruimen gingen en twee mensen van Rijkswaterstaat, die de hele week daar zouden blijven om alles op Rottumeroog in gang te zetten en in orde te maken. De tocht naar Rottumeroog verliep voorspoedig en vlak voor de kust van het eiland stapten we in het motorbootje, dat ons zo dicht mogelijk bij het eiland bracht. Toen het water in. Hoe diep het was, was niet te zien, maar gelukkig hoefde ik niet als eerste het bootje uit. Maar het viel allemaal mee, de lieslaarzen van de stichting waren hoog genoeg en ondanks mijn korte beentjes bleef ik droog.

Waden door het water en dan wandelen; anderhalf uur (met de lieslaarzen aan) naar de keet, aan het eind van het eiland. Als je dit (zoals ik) voor het eerst doet en door regen en wind naar de keet loopt, lijkt het eiland erg onherbergzaam en eenzaam. Maar eenmaal bij de keet aangekomen, de lieslaarzen uit en de schoenen aan, is het prima vertoeven daar. Wij waren de eerste groep die daar kwamen van dit jaar 2009. Dus was er nog niets aangesloten of gestart. Meteen dan aan het werk. We hadden er zin in. We benoemden Hans tot voorman, die had al veel vaker geruimd en hij deelde ons de manden uit. Mijn man Gerben en ik de ene kant van het strand, Ed en Hendricus Kooi (uit Lauwersoog) de andere kant. Hans in het midden. Maar al snel loopt iedereen door elkaar op dat hele grote strand. Vanzelfsprekend vormen we een cordon en laten geen net, jerrycan of stuk plastic onopgemerkt en stoppen dat in onze (was)manden. We zien eruit als ruimtevaarders op de maan.... Het regent en waait behoorlijk, dus zijn we allemaal goed ingepakt in dikke regenpakken en zeiljassen. Het strand is heel wijd en ruim.


Corrie en Gerben worstelen tegen de wind (Foto: Ed Bus)

Al meteen bij onze start, aan het eind van het pad van de keet naar de zee, zie ik een grijsbruine bobbel. Als ik dichterbij kom, ontdek ik een dood zeehondje. De anderen komen erbij en dan zien we ook een dode bruinvis, waar alleen nog het skelet van over is gebleven. Tja, zo is de natuur... niet leuk om te zien, maar hoort erbij.

Tot de middag trekken we netten uit het zand, stoppen we plastic flessen in de korf of rennen achter een stuk plastic aan, dat net voor onze neus wegschiet, door de wind vooruit geblazen. We legen de manden op verscholen plekjes aan de rand van het strand, tegen de duinpannen aan. Straks zullen ze met de trekker opgehaald worden.

Zo struinen we met z’n vijven door regen en wind tot het eind van het strand, waar de geul begint. Dan lopen we terug naar de keet, waar we met soep onthaald worden. Maar direct na het eten trekt de buitenlucht ons al weer aan, foto’s maken en dan weer erop uit met de manden, voor het andere stuk strand. Het regent en waait nu harder, we gaan nu ook tegen de wind in, maar het maakt ons niet uit. Koude handen, snotterende neuzen, geeft niets, wij zijn gewoon heerlijk buiten!

Als het werk klaar is (eigenlijk valt ons de berg afval mee en is het minder dan we hadden verwacht), gaan we terug naar de keet. Een kop koffie of thee en Egbert en Jannie (die achterblijven) stellen voor ons met de trekker naar de boot te brengen. Maar we hebben nu de smaak te pakken, bovendien gaan we met de wind mee en we besluiten met z’n vijven terug te wandelen, nog even genieten van het eiland.

We maken nu de tocht omgekeerd, eerst lopen tot het rubberbootje, dan erin en varen naar de “Asterias”. Even een beetje spanning als we met z’n allen met boot en al opgetakeld worden uit het water tot de hoogte van het dek van het schip. Niet tussen wal en schip stappen!!! Dan een grote stap en we zijn weer op het gele schip van Rijkswaterstaat. Op de boot zijn we heerlijk rozig en moe. Geen praatjes meer, maar turen over het water, terug naar de Eemshaven.

Moe maar voldaan nemen we afscheid van iedereen, we hebben een geweldige dag gehad!!!