Verboden Groninger eiland bezocht

Door: Theo Zuur

Ik heb mij opgegeven bij de SVRR om mee te helpen om de eilanden op te ruimen, met de gedachte dat het wel een hele kleine kans zou zijn aan de beurt te komen. Zeer verrast kreeg in juni een telefoontje van de heer Venema of het voor mij mogelijk zou zijn om week 34 mee te helpen Rottumerplaat op te ruimen. Dat was voor mij gelukkig mogelijk. Ik zou vóór week 34 nog een schriftelijke opgave krijgen. Dit was nog maar een telefoontje (ik moest het allemaal nog echt zien gebeuren), maar enige weken later kreeg ik een schriftelijke opgave met de namen van de medevrijwilligers, waardoor het voor mij er meer op ging lijken dat het doorging.

Daar ik aan de kust woon. heb ik vaak vanaf land of vanaf het Wad naar de Groninger eilanden gekeken. Verboden gebied en daardoor geheimzinnig. Voor het eerst in mijn leven zou het nu werkelijkheid worden om het Groninger geheimzinnige eiland Rottumerplaat, een reservaat alleen toegankelijk voor wetenschappers, te betreden. Dit dankzij de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat. Sinds ik lid ben word ik door middel van De Kaap geïnformeerd over Rottumeroog en Rottumerplaat. Nu, met een werkweek voor de boeg, beginnen de eilanden voor je te leven en worden minder geheimzinnig.

Egbert Bakker gebeld dat ik vegetariër ben en dus geen vlees eet. Gevraagd of hij ook in Uithuizen woont, "ja", was het antwoord. Een week later ben ik bij hem aan deur geweest met de vraag of ik de maandag van vertrek vanuit de Eemshaven misschien met hem kon meerijden. Anders stond mijn ligfiets zolang verlaten in de Eemshaven. Dit kwam hem goed uit want dan kon ik hem alvast meehelpen met het ophalen van de proviand voor de werkweek. Voor de maandag van vertrek hebben we om kwart over acht bij de bushalte vlak bij mijn huis afgesproken. Hij stond er en zo zijn wij naar Baflo gereden naar de bakker en de plaatselijke supermarkt. Het tillen lukte Egbert niet omdat hij een dag tevoren door de rug was gegaan met het tillen van een zak aardappelen. Dus kwam het extra goed uit dat ik hem kon helpen.

Hierna zijn wij naar de Eemshaven gereden, en de vracht tot vlakbij het schip van LNV De Harder gemanoeuvreerd. Met de al aanwezige vrijwilligers kennis gemaakt (Annemarie, Marianne, Jan, Joost en Herman) en alle bagage aan boord van de Harder gebracht. Even later kwamen drie plantkundigen aan boord (Bas, Jeroen en Andries). Alle vrijwilligers hebben een vrijwaringverklaring getekend en overhandigd aan SVRR-bestuurslid Wim Bosscher.

Zo zijn wij met redelijk mooi weer met schipper Klaas Kruier van LNV uitgevaren richting Rottumerplaat. Tijdens de vaart waren Egbert en Klaas in gesprek over de nog te plaatsen nieuwe onderkomens op Rottumeroog, waarop zonnepanelen zouden worden geplaatst. Mijn vraag was of een windmolentje daarnaast niet zou passen, de symboliek van geen C02 uitstoot ter voorkoming van de zeewaterstijging, waardoor de eilanden ten onder zouden kunnen gaan.

Onderweg Rottumeroog nog aangedaan voor het afhalen per rubberboot van vogelaars en boswachter, dit dwars door de branding. Bij het aan boord klimmen werd duidelijk dat de branding niet met droge kleren kan worden bedwongen. Zo zijn we verder gevaren naar Rottumerplaat met in gedachte dat wij ook door de branding afgezet zouden worden, dus dat de kleren nat zouden worden. Angstvallig heb ik mijn rugzak nog nagekeken of er iets tussen zat wat nat zou kunnen worden. 

Ondertussen een prachtige voor mij iets verwarrend uitzicht op de eilanden; deze heb ik altijd vanaf het land gezien en nu dus vanaf de Noordzee. Bij noordoostkant van Rottumerplaat voer De Harder tegen mijn verwachting in door de branding heen, een hele geruststelling. Vlakbij de eiland werden wij na enige malen varen met de rubberboot afgezet aan een puindam. Ik zat bij de eerste maal varen samen met een andere vrijwilliger, Egbert en de stuurman van LNV, waardoor wij juist veel zeehonden op een plaat van dichtbij hebben kunnen zien.

Aan wal op puindam Rottumerplaat begon ik pas echt te geloven: nu ben ik echt op Rottumerplaat. Tevoren had ik steeds weer de gedachte dat het wel eens niet door zou kunnen gaan. Rottumerplaat toch voor de algemene burger bereikbaar. En zo strompelden na enige tijd alle vrijwilligers met de bagage over de puindam naar de door Egbert opgehaalde terreinwagen met aanhanger, om ons toch nog iets van de last te ontdoen. We brachten alle bagage naar het huis - een uiterst ruime behuizing. Dit was geen behelpen, maar een luxe hotel; iedereen kreeg zelfs een eigen kamer. Na alles op zijn plaats te hebben gebracht, zijn wij er vrijwel direct op uitgetrokken. Mijn eerste gedachte was poolshoogte nemen op het eiland, dus de verrekijker meegenomen. Wij zijn langs de noordoostkant van de duindijk direct begonnen met het op bulten gooien van de aangespoelde rommel. Ik vond dat daar niet zo veel rommel lag. Als wadloper ken ik de hele Groninger kust vanaf land, dus weet ik hoeveel er gemiddeld aanspoelt. Het was daarom voor mij waarschijnlijk dat elders meer rommel zou liggen. 's Middags is een ponton aangevoerd per sleepboot, waarvoor Egbert en ik 's avonds drie boompjes met een vlaggetje hebben geplant als markering voor de aanlanding op het wad langs.

De volgende morgen, dinsdag, werden wij om 6.40 uur uit bed getrommeld door Jan Overduin. Mijn wekker had ik op 6.50 gezet voor het ontbijt van 7.00 uur. Dat was achteraf dus niet nodig geweest. Ook de overige dagen heeft Jan ons vroegtijdig, op ieders deur kloppend, gewekt. Na het ontbijt zijn wij (de vrijwilligers) aan de zuidoostkant langs de duindijk weer begonnen met het op bulten gooien van de rommel. Aan deze kant lag nog minder dan aan de noordoostkant van de duindijk. Dus moest de rommel aan de uiterste eilandgrens of verspreid over de kwelder liggen. Om een langere afstand te overbruggen, dwars door de kwelder, heb ik mij afscheiden van de groep. In de begroeide kwelder ben ik niets tegengekomen behalve Andries, een van de drie plantkundigen. Aan de uiterste eilandgrens aangekomen, lag verspreid langs wat lage duinen redelijk wat rommel. Dit heb ik hogerop gesleept, zodat het duidelijk te zien zou zijn en het niet met hoogwater weer weg zou drijven.

Langzamerhand begon ik te beseffen dat er van de topografische kaart -uitgave 1998- die ik had meegenomen, niet veel klopte. Ik zag een uiterst begroeide kwelder en de Westerduinen voor mij, die helemaal niet op de kaart stonden. Dus zo geheim was het eiland? Dichter bij westerduinen werd het rommeliger en zag ik aan de horizon het strand bezaaid met kisten, ballen en wat al niet meer, dus veel opruimwerk. Langs de duinen was het nog te doen om de rommel hogerop te slepen, maar helemaal vanaf de waterlijn naar de duinen? Ik heb die morgen einden gesleept met rommel. Eén hoop heb ik maar laten liggen om op tijd voor het eten terug te kunnen zijn (kwart voor twaalf). Ik dacht in deze drukte van opruimingswerkzaamheden, dat het lopen naar huis wel in een kwartier was te doen. Niet dus. Van de uiterste westkant van het eiland naar het ander eind doe je, als je snel loopt, een half uur. Dus was ik een kwartier te laat. Met de eerste warme maaltijd de eilandregels (op tijd voor het eten. voor donker thuis) overtreden! Men maakte tijdens mijn afwezigheid enige suggesties waar ik zou kunnen zijn en ze hebben nog even op mij gewacht. Sorry mensen, ik heb de afstand door de kwelder verkeerd ingeschat.

Die middag hebben wij Egbert geholpen met het van de ponton halen van containers met gasflessen, dieselolie, drinkwater plus een aanhanger met gereedschap, met behulp van een eveneens per ponton aangevoerde en door Egbert bestuurde Volvo-shovel.

Iedere avond waren wij vrij. Zo heb ik die avond het aan de waddenkant liggende schip van waddenschilder Geurt Busser bezocht en koffie bij hem gedronken.

Woensdagmorgen hebben de heren inclusief ikzelf de gasflessen in het daarvoor bestemde hok geplaatst, en zijn de dames begonnen met het sorteren van de al aangevoerde rommel en het deponeren naast loods in de daarvoor door Egbert aangewezen lege containers. Die middag zijn wij per terreinwagen, bestuurd door Joost, naar noordwestkant van het eiland gegaan, voorgegaan door Egbert op de shovel om te zien waar je kunt rijden en waar niet, zodat Joost de rest van de week het spoor niet bijster werd. Het door Egbert getrokken pad was de daarop volgende dag, door het onder water lopen, een blubberpad, waarop je snelheid moet houden om nog vooruit te kunnen komen. Aan de zuidwestkant van het eiland konden wij volgens Egbert door de vloed niet komen. Daarom zijn wij met het opruimen richting de noordwestkant gegaan. Ook hier, gelijk aan de zuid west kant, wijd verspreid op het strand veel rommel, waaronder aan deze zijde wel erg veel glasscherven. Met enige gevoel van geluk dat je als uitverkorene op dit paradijselijke, verboden, maar inmiddels niet meer geheimzinnige eiland mag zijn, krijg je nu bijna het gevoel dat scherven geluk brengen. Een schatkist gevonden die leeg bleek te zijn (speelgoeddingetje). Annemarie vond zelfs vliegtuigonderdelen, waarvan zij thuis een windwijzer wou maken. Hier en daar zie je zelfs door de rommel kleine duintjes ontstaan. Wij hebben gezocht totdat de kar vol was, en wij weer op tijd thuis konden zijn voor het avondeten.

Na het eten de uitkijktoren beklommen en herkenningspunten zoals het huis gefotografeerd (voor het geval men mocht twijfelen aan mijn verblijf Rottumerplaat). Een wel heel erg steile trap, voor mijn hoogtevreesgevoel levensgevaarlijk. Daarna het hele eiland afgestruind. Zolang je niet op de dijk gaat staan, krijg je de indruk van een enorm groot eiland. De gebouwen leken vanaf de wadkant net een klein dorpje.

Donderdagochtend als gebruikelijk gewekt door Jan en aan de etenstafel als een familie gekletst en gelachen. Er werd die morgen door Herman gemeld dat er niet al teveel brood meer was. Daarom had hij er koek en crackers bijgelegd. Dit was aanleiding voor nog meer lol. Na het eten zijn wij weer per auto het veld ingegaan, hebben de plantkundigen gedropt, en zijn deze keer langs de zuidkant van de Westerduinen naar de plaats gegaan waar ik dinsdagochtend was, gestopt om de al door mij verzamelde hoopjes rommel op de kar te krijgen, en om van daaruit verder te gaan met het bij elkaar gooien van de veelheid aan rommel. Prachtig weer ondanks de voorspellingen, dus nooit weer naar de weerberichten luisteren. Aan de horizon waren Simonszand en Schiermonnikoog te zien, die de avond tevoren tijdens wandeling over dezelfde plek niet te zien waren. Conclusie: de afstand is zo groot dat door bolling van de aarde Simonszand en Schiermonnikoog met hoogwater aan het zicht worden onttrokken. Met het opruimen van het strand tot iets voorbij de afslagduinen gekomen die ochtend. De aanhangwagen was tjokvol. Joost maakte zich grote zorgen dat de aanhangwagen wel eens overbeladen kon zijn, daar ik ook nog eens een hele dikke scheepstros op de kar wou gooien.

Donderdagmiddag na het eten een groepsfoto gemaakt bij de uiterst volle aanhangwagen, de rommel gesorteerd en in de containers gegooid. Noodgedwongen door hoogwater, je kon met de auto nergens komen, hebben wij die middag vrij gekregen. Ik ben die middag om 15.00 uur gaan wandelen langs de zuidoostkant van de duindijk.

Vrijdag, de dag van vertrek, na het eten de slaapkamers ontruimd, het hele gebouw geveegd en gestofzuigd. Omstreeks het middageten werd het zeer regenachtig, maar rond 14.00 uur klaarde het op en waren wij gereed voor vertrek. De Harder lag er die ochtend al, dus er hoefde alleen nog maar door Egbert gebeld te worden, dat wij gehaald konden worden. Het afhalen ging vrijwel net als de aanlanding, behalve dat onze bagage nu met shovel naar de puindam werd gebracht De rubberboot was toen die was geladen met bagage en mensen wel heel erg zwaar om te keren in het lage water De volgende vracht de boot toch maar eerst leeg gekeerd. Toen na enige malen varen met de rubberboot iedereen op de Harder was, werd de reis richting Noordzee begonnen. Door de redelijk harde wind en de vrij hoge golven werd Marianne zeeziek. Prachtige hoge golven en onheilspellende luchten. Aan de horizon kon je het boven land zien regenen. Tot onder Borkum buiten aan boord gestaan, prachtige uitzicht op alles wat om je heen gebeurt. Aangekomen in de Eemshaven -veel visserschepen aan de kade- afgemeerd, alles en iedereen van boord. We werden verwelkomd door mevrouw Hoekzema van de SVRR, zelf wonende bij de plaats Rottum waar de eilanden Rottumeroog en Rottumerplaat naar zijn genoemd. Zij heeft de vrijwilliger bedankt namens de SVRR Ik zou zo zeggen: "graag gedaan". Afscheid van een ieder genomen. We zien elkaar vast wel eens weer bij een gelegenheid van Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat. Egbert heeft mij thuis afgezet, waarvoor ik hem hartelijk heb bedankt. Egbert een kenmerkende persoon, diepast bij de sfeer van de Groninger eilanden. In deze opruimweek heb ik een helder beeld gekregen van Rottumerplaat, waarvoor ik de SVRR dankbaar ben. Zo'n werkweek bleek een week te zijn van veel lol maken, maar vooral ook van kennisuitwisseling omtrent de Groninger Eilanden.

Uithuizen, 4 september 2005