Donderdag 4 augustus 1994, Rottumeroog

Door: Jan Scherphuis

Klik hier voor een foto-impressie van deze dag
Ook te bekijken zijn de uitnodiging (pagina 1, pagina 2) en de deelnemerslijst (alle in PDF-formaat)

Een unieke dag; ongekend zomerweer. Vandaag een bijzonder “VIP reisje” naar Rottumeroog. Het gezelschap bestaat uit een aantal bestuursleden, directieleden en medewerkers van de VSB Bank Groep en het VSB Fonds te Utrecht, een gewaardeerd sponsor van de SVRR; vandaar dus. Onze gastheren zijn maar liefst drie bestuursleden van de Stichting, te weten de heren Scholten, Venema en voorzitter Jaap Scherpenhuizen.

We zijn goed voorbereid, want gisteravond verzamelde het hele gezelschap zich reeds voor een etentje en informatiesessie in het Familiehotel in Paterswolde. Daarbij werd een interessante historische inleiding over het eiland gegeven door dhr. dr. Egge Knol, pas benoemd tot archivaris archeologie en geschiedenis van het in oktober te openen nieuwe Groninger Museum, gevolgd door een prachtige diavoorstelling door de heer Klaas Kreuijer, verbonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, zoals dat tegenwoordig heet. Beiden vergezellen ons ook vandaag.

Al vroeg in luchtige zomerkledij verzamelen bij de bus, die ons in een uurtje naar Noordpolderzijl brengt, waarbij we in de stad nog even langs het imposante gebouw van de Gasunie rijden, en langs het station waartegenover het in de singel gebouwde spectaculaire nieuwe museum bijna gereed is.
Onderweg door de Ommelanden geven Scholten en Knol, die dit landschap op hun duimpje kennen, regelmatig landschappelijk en historisch commentaar, onder andere over de vele wierden, waarvan er gelukkig nog een behoorlijk aantal voor (volledige) afgraving is behoed.

Noordpolderzijl bestaat hoofdzakelijk uit het fraaie oude café ‘t Zielhoes achter de hoge zeedijk bij een uitwateringssluis: Vanaf het klassieke hoge platte dak kon je vroeger over de dijk naar zee kijken, maar sinds de dijk op "deltahoogte" is gebracht kan dat niet meer. Hier is ook het vergaderlokaal van de SVRR en Egge Knol vertelt dat hij hier indertijd zijn promotiefeest heeft gehouden.
Buiten de hoge dijk, te midden van de kwelders ligt het haventje, niet veel meer dan een kade aan een slechts bij hoog water toegankelijke geul. Er liggen maar enkele pleziervaartuigen, een schip van een garnalenvisser met een UQ registratie en het “M.S. Boschwad”, een in 1921 gebouwde vrachtboot, die in 1975 in omgebouwd tot passagiersschip. We maken kennis met schipper/eigenaar Louis de Jong en gaan met ons gezelschap van ca 25 personen aan boord.

De tocht voert eerst langs de door prikken (hoge houten stokken) en later door boeien aangeven kronkelende route met vele grote bochten. Het is hoog water zodat je de geulen en platen niet ziet behoudens dan met behulp van de betonning.
De zon schijnt fel, eerst wat heiig. Tegen elven gaat de bar open met goede keuze en lekkere hapjes, met name haring. We varen aanvankelijk een heel stuk parallel aan de Groninger kust. Op de kaart van de schipper zie ik dat het gaat langs het Warffumer Laag en de Zuid-Oost Lauwrens via Boschwad en Schild.
Dan komt Rottumerplaat in zicht met een grote “kaap“. Dat is een hoge stellage als navigatieteken. Vroeger werd daarop ook wel een vuur gestookt.
Later komt Rottumeroog in zicht, ook met een onlangs gerestaureerde meer dan 100 jaar oude gietijzeren kaap, met op de achtergrond in de verte de grote appartementsgebouwen langs de boulevard van het als badplaats populaire Duitse eiland Borkum met de hoge vuurtoren. Dat is wel een kilometer of zeven verderop, maar het lijkt bijna op één lijn te liggen.
We zien de eerste zeehonden, die op enige afstand van de boot opduiken. Later op een hoge zandplaat liggen ze te zonnen; ik tel er met de verrekijker 136 stuks. Verder een groot aantal meeuwen, eenden en ganzen van allerlei soort.

We liggen een tijd in een geul ten Zuiden van Rottumeroog. Het water zakt en zo rond enen kunnen we via een trapje aan de voorplecht door slechts weinig water op de zandplaat stappen. Daar worden we opgewacht door twee jongemannen, die al sinds enkele maanden het eiland bewaken en zich vooral bezig houden met het tellen van vogels. Onze begeleider is de heer Pater van Staatsbosbeheer. We lopen schat ik twee kilometer over de zandplaat alvorens we het duingebied van Rottumeroog ingaan. Eerst zijn het kwelderachtige gronden, dicht en laag begroeid. Er zijn prachtige grote blauwe tapijten van lamsoor, dat in zomerse bloei staat. Overal vliegen de vogels rond. Zilvermeeuwen, sterns en we zien op aanwijzing van de gids ook enkele blauwe kiekendieven.

De wandeling voert langs het houten huisje, waar de twee vogelwachters verblijven, naar het (houten) huis van de voormalige strandvoogd Toxopeus, met een uitzicht-koepeltje op het dak. Vlakbij staat de hoge kaap. In de garage staan elektriciteitsgeneratoren en een jeep. Door Waterstaat wordt hier periodiek gewerkt. Tussen een paar kleine duinenrijen ligt de zgn. "tuin" van Toxopeus, waar de strandvoogd en zijn gezin indertijd poogden iets te verbouwen; nu is het sterk verwilderd. We wandelen langs de West en Noordzijde van het eiland. Er werden hier een aantal strekdammen gemaakt van puin om de afslag tegen te gaan. Ze zijn grotendeels vernield. Hier zijn veel kiekendieven die regelmatig duiken. Aan de overkant van het brede water zie je nu Borkum zeer goed liggen. In een grote boog wandelen we terug naar de zandplaat. Ik praat een tijdje met een van de vogelwachters, die ook zijn flora goed kent. We zien naast het lamsoor (Limonium vulgare, in het engels: sea lavender) ook de veel voorkomende zoutmelde (Atriplex portulacoides), de zeekraal (Salicornia procumbens), rode ogentroost (Odontitus vernus) en strandduizendguldenkruid (Centaurium littoralis).
Vanaf de zandplaat zien we in de verte ten Zuid-Westen nog een apart duinen-eilandje, dat "Zuiderduintjes" heet.

Over de rulle zandplaat terug naar de boot. Bij aankomst duikt iedereen in het water van de geul. Heerlijk verfrissend. Het water is goed op temperatuur. Opvallen hoe diep de geul opeens is na de ondiepe zijkant. Aan de overkant plotseling een klifachtige abrupte kleihelling die in de zandplaat overgaat. Een bijzonder onafzienbaar landschap met rondom horizonten zo ver als je je maar kunt denken.
Terug aan boord weer broodjes garnaal en haring. Het blijft enorm warm; iedereen drinkt liters vocht. Het bier wordt gekoeld met ijsklontjes want de koeling kan de omzet niet aan.
Tegen een uur of vier heel langzaam terug door de geulen terwijl het water geleidelijk op komt. Ik vertoef een tijd met de schipper in de stuurhut en we bekijken de zeekaart en hij zet ook de kleine radar aan. Louis de Jonge komt uit de Biesbosch, waar ze een familieboerderij hadden die door de aanleg van een spaarbekken moest verdwijnen. Sinds 1978 vaart hij in het waddengebied.

Het water komt slechts tergend langzaam op; het duurt uren. Schijnbaar bovenop het water liggend zien we enkele zeehonden met kop en achtervinnen omhoog gekruld, zwart afstekend tegen de het blauwe zinderende en diffuse zeeschap; pas vlakbij duiken ze weg;
Uiteindelijk varen we Noordpolderzijl weer binnen zo rond half negen. Joop Broekema, regio directeur VSB, spreekt namens de gasten een dankwoordje aan het SVRR bestuur en begeleiders, met een stevige fles voor dhr. Pater.
Tijdens een snelle bustocht terug naar het Familiehotel zien we onderweg tegen half tien een temperatuurmelder op een gebouw nog 320 C. aangeven. Wat een fantastische dag was het.