26 tot 30 maart 2001: Rottumeroog

Voorbereiding
Zondag 25 maart
Maandag 26 maart
Dinsdag 27 maart
Woensdag 28 maart
Donderdag 29 maart
Vrijdag 30 maart

Voorbereiding
In het najaar van 2000 is collega Kees ook lid geworden van de SVRR en hebben we Peter Venema gevraagd of we in 2001 in aanmerking konden komen om een weekje te werken. In januari belde Peter op met de mededeling dat we de week van 26 tot en met 30 maart zijn ingedeeld op Rottumeroog.
Vlak na het telefoontje van Peter kreeg ik een mailtje van Andreas. Hij meldde dat hij eind maart naar Rottumeroog gaat en vroeg zich af of ik, als oude rot, nog wat tips voor hem had. Of een Brabander zich op Oog ook staande zou kunnen houden, zo vroeg hij zich in het verlengde van de Mokumer op Rottum af. Ik kon Andreas schrijven dat we samen naar Oog gaan en dat het dus een weinig Groningse aangelegenheid wordt (althans wat de vrijwilligers betreft).
Inmiddels hebben Andreas en ik al wat meer mailtjes gewisseld, onder andere over de eilandregels waar het bestuur in de informatiebrief over spreekt. Verder heb ik natuurlijk heel veel contact met Kees op kantoor. Vooral toen het de afgelopen twee weken zulk fraai weer was, konden we niet nalaten ons alvast op Oog te wanen.

De afgelopen week (de week voor vertrek) verandert het weer behoorlijk. Zo ligt er in Amsterdam ineens een aardig pak sneeuw en   de vrijdag regent het van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ineens beginnen een heleboel collega's en kennissen aan me te vragen of het allemaal wel doorgaat. Dat in verband met mond- en klauwzeer. Ook Andreas vraagt zich dat in een mailtje af. Nu, ik neem aan dat Rijkswaterstaat wel gebeld zou hebben als Rottum verboden gebied zou zijn. Bovendien, er lopen daar geen varkens, schapen of koeien.

Met Kees en Andreas afspraken gemaakt over de reis. Kees en ik gaan om 15.04 met de trein en hopen dan om 17.15 uur in Groningen te zijn. Andrea gaat wat eerder, aangezien hij eerst nog een museum in Groningen wil bezoeken. We mailen wat heen en weer. Uiteindelijk zullen we elkaar rond etenstijd wel in hotel WEEVA (woning en eten voor allen) ontmoeten. 's Avonds laat nog met Jan Noot (webmaster digitaal Warffum en andere sites) gesproken. Besloten elkaar even te treffen in de stationrestauratie om wat bij te praten.

Op zaterdagavond ook nog even met Peter Venema gebeld. Ik verkeerde in de mening dat Andreas en hij afspraken hadden gemaakt over het vervoer van WEEVA naar de Eemshaven. Dat blijkt niet zo te zijn. Goed dat ik toch nog even heb gebeld. Peter zal regelen dat we op tijd (rond 7 uur) gehaaldworden door een van de bestuursleden. Verder nog wat gemailed met 'oud-collega's' van Rottum, zoals Simon en Rob de Wind.

Wel, ik ga verder mijn spullen inpakken. Je wilt altijd teveel mee en ik wil het per se in een weekentas hebben. Maar ja, naast warme en waterdichte kleren wil ik ook altijd nog wat vogel- en schelpenboeken meenemen en natuurlijk ook allerhande materiaal om gevonden schelpen veilig mee naar Amsterdam te kunnen nemen.

Ik zal iedere avond mijn belevenissen naar huis doorbellen. Net als vorig jaar zet Tom ze dan op internet.

Zondag 25 maart
Om 15.04uur vertrekt onze trein. In Amersfoort stappen Kees en ik over en om 17.15uur arriveren we in Groningen, waar Jan Noot ons al op staat te wachten op het perron. We genieten even van het schitterend gerestaureerde Groninger station, en drinken wat in de restauratie. Dan volgt een korte rondleiding door de stad.

In hotel WEEVA zoeken we Andreas op. We lopen richting grote markt en belanden uiteindelijk in een Mexicaans restaurant. Daarna drinken we een borreltje in de Drie Gezusters.

Er staat een snijdende koude wind op straat. Morgen beter? Om 12 uur verdwijnen we in bed.

Maandag 26 maart
Terwijl we de laatste happen ontbijt nog wegslikken staat Peter Venema al op de stoep. Keurig om 7.45 staan we in de Eemshaven. Daar ontmoeten we ook onze kok Eduard. Egbert, Bert en Nico ( die vorig jaar ook op R’plaat waren) komen gelijktijdig aan.

Snel brengen we alles aan boord en vertrekken we. De schipper en de opstapper zijn inmiddels al bekende gezichten voor mij. Op het water is het behoorlijk koud, maar er dient zich wel een zwak zonnetje aan. In ieder geval is het lang niet helemaal bewolkt. De tocht gaat boven Rottumeroog langs en vervolgens naar de bekende landingsplaats aan de zuidkant. Egbert en Bert gaan de shovel en de landrover halen, waar we mee naar het huis rijden.

Het huis is nu wel iets anders dan ik de vorige keer gewend was. De portocabins zijn vrij armoedig, maar we gaan het er wel een week uithouden.

Eduard zet ons rap een broodmaaltijd voor. Om 12.00uur is het zover: we gaan aan het werk, dat deze week hoofdzakelijk zal bestaan uit rijshoutschermen zetten en tussendoor één dagje schoonmaken. We laden het karretje vol met bossen hout en gaan aan de slag: greppeltje van twee spaden diep, takken erin, volscheppen en aanstampen. Als we om 18.00uur ophouden hebben we ongeveer 175 meter gedaan. Het valt eigenlijk best wel mee.

Het weer: zwakke oostenwind (3), best wel fris, maar een behoorlijk blauwe lucht en een lekker zonnetje. Zeer helder. In Stadskanaal heeft het zelfs gesneeuwd!

Na het eten (soep, kip en boerenkool) maken de vrijwilligers nog een wandelingetje. Windstil en een prachtige zonsondergang.

Nog geen bijzondere schelpen gevonden. Nu zitten we aan de koffie en straks gaan we klaverjassen.

Dinsdag 27 maart
Vandaag dus schoonmaken. We rijden eerst naar de oostkant. Helemaal naar het einde gaan we niet omdat daar een ligplaats voor zeehonden is. Als wij te dichtbij komen is er natuurlijk geen hond te zien.

Dan het jaarlijkse ritueel: de landrover zit vast. Omdat de portofoon het niet doet loopt Bert naar huis (ongeveer 3.5 kilometer). Na een uurtje zijn Egbert en hij terug en heeft de shovel de auto er in een mum van tijd uit. Ondertussen zijn wij vast wat rotzooi aan het verzamelen.
Het is afgrijselijk koud: het vriest nog en er staat een harde zuid-oosten wind. De zon is ook nog maar net boven de horizon. Het zand is bevroren, dus soms krijg je de troep niet eens los.Met de wind in de rug is het net te doen. Beter wordt het als de zon hoger komt (de lucht is helemaal blauw) en we bij de duintjes zijn aangekomen. Daar vind ik een munt uit 1865.

Tussen de middag heeft Eduard boerenkool met speklappen en natuurlijk soep gemaakt. Na de middag maken we eerst de noordkant af. Dan is het weer heel erg koud. Wij denken, ik denk, windkracht 7. De auto raakt voor de tweede keer vast, maar deze keer krijgen wij hem er op eigen kracht uit.

De rest van de dag ruimen we de zuidkant op. Nico heeft een emmer vol met dekschelpen opgeraapt. Eerder op de dag heb ik een noordkromp gevonden en wat gruis ingepakt. Ik ga na het eten niet mee wandelen. Ik heb genoeg koude wind gevoeld. Bovendien moeten de dekschelpen nog van de emmer. Daar blijken ook nog drie kleine gapers tussen te zitten. Vandaag twee zeehonden gezien vlak voor het strand.
Verder brengen we de avond in gepaste vrolijkheid door: een serieus gesprek, een sterk verhaal, veel grappen en wat kaarttrucjes van Nico. Hoewel Kees de hele dag de hele dag de volgorde van de kaarten heeft gerepeteerd, gaan we niet klaverjassen.
Om 12 uur ga ik naar bed.

Woensdag 28 maart
Vandaag nog kouder dan gisteren. We wagen een poging om schermen te zetten, maar dat geven we al snel op. De grond is bevroren en door de harde wind zjn de takken niet hanteerbaar, het stuift ook als een gek. Terug naar huis dus, waar we de ochtond doorbrengen met lezen n vooral tukjes doen. Voor de middag is het weerbericht iets gunstiger.

Na de lunch(lof, karbonade en een soort uiensoep) proberen we het nog een keer.Omdat we naast een oud takkenscherm bezig zijn, waar door de wind veel nieuw los zand ligt, is het graven nauwelijks mogelijk. Ook heeft het rijshout vele zij-takken waardoor het alle kanten uit waait. Na een tijdje geven we het op en gaan we nog even bij zee kijken, tijdens de theepauze besluiten we om er voor vandaag mee op te houden.

Eerst spelen Kees en ik een spelletje klaverjas tegen Eduard en Nico, wat we verschrikkelijk verliezen. Het lijkt steeds harder te gaan waaien, maar het is met een zonnetje erbij niet meer zo erg koud.

Vanavond Portugal-Nederland, we hebben een pooltje gemaakt. Later op de avond merken we bij het toiletbezoek (dat gebeurt hier buiten) dat het weer omslaat, het wordt zachter...

Donderdag 29 maart
Kees heeft de voetbalpool gewonnen. Uiteindelijk gingen we vel telaat nar bed (2.00 uur). Reden: natuurlijk een boeiende discussie over het beher van de eilanden.

Het weer is vandag inderdaad veel beter. Weliswaar bewolkt, maar de wind is gaan liggen en de temperatuur is ook 's morgens al in de plus. Bert en Egbert varen met het Kokkeltje naar Plaat om de vaargeul te markeren voor het ponton dat volgende week komt om materieel van Oog naar Plaat te brengen. Bert is al snel terug met een nat pak.
Vanwege regen schuilen -en slapen- we een half uurtje in de auto. Het werk vordert gestaag maar niet zo heel erg snel omdat we nu maar met z'n drieen zijn. We hebben inmiddels de slag al aardig te pakken en draaien onze hand niet meer om voor een karretje vol takkenbossen. Gelukkig rouleren de werkzaamheden als vanzelf, zodatje niet de hele dag of een greppel staat te graven of alleen maar takken in de greppel zet.
Tegen de lunch komen de Plaatgangers weer terug met het bootje aan de sjovel. We willen even gaan kijken bij het aanmeren maar halverwege draai ik om uit angst vast te raken in de blubber. Aangekomen bij ons huis effent Egbert eerst de 'oprijlaan' want die is vrijwel onbegaanbaar geworden.

De lunch bestaat uit koninklijk grote gehaktballen, gebakken aardappelen, applemoes en sla. Eduard is een fantastische kok. Na het eten nemen we de takken weer ter hand. Met z'n vijfen gaat het nu razendsnel. Tijdens een regenbui maken we -met Eduard erbij- een klein uitstapje naar de oostkant. Daar liggen twintig zeehonden die we vanaf de voorgeschreven afstand bekijken waardoor er geen verstoring plaatsvindt.

Een enkel woord over een nieuwe vogelsoort: de Andreasvink. Onze Brabander Andreas fluit de hele dag de eerste drie maten van een ons verder onbekend lied. Zo af en toe wijst iemand hem daar even op (meestal met een grap) en zijn we een half uurtje verlost.

Na het avondeten onderzoek ik nof een gruisbank. Op het eerste gezicht geen bijzondere schelpen maar ik heb toch maar een kilootje meegenomen voor thuis. Op het srand wacht ik de zonsondergang af. Het is heel zacht. Bij thuiskomst blijkt er een vrijwilliger van vorig jaar (Simon) voor me te hebben gebeld.

Als ik hier 's avonds laat het toilet bezoek begrijp ik waar Bomans het nou zo moeilijk mee had. Zelf heb ik daar absoluut geen last van.

's Avonds weer klaverjassen. Egbert en ik spelen tegen de twee experts Eduard en Nico maar slagen er niettemin in een klinkende overwinning te behalen. De rest van de avond (en trouwens ook de volgende dag) moeten we nog vaak horen dat we wel erg veel geluk hebben gehad. Nou ja.

De avond wordt besloten met weer een boeiende discussie over beheer, etc. We proberen allehande creatieve oplossingen aan te reiken voor allerhande situaties. Een heel heet hangijzer is de schutting die mogelijk om het huis geplaatst gaat worden. Dit op verzoek van Staatsbosbeheer. Doel is de vogels niet te verstoren ieder moment dat er iemand de deur uitloopt. Een geldige reden, maar of dat nou per se door een schutting opgelost moet worden? Je maakt het huis daarmee voor bewoners niet aangenamer omdat dan het uitzicht geheel verloren gaat. Morgen komt de BAKR om de situatie op het eiland te bekijken en onder andere over de schutting een besluit te nemen.

Vrijdag 30 maart
Als we om 6.30 uur opstaan is het zeer mistig. Volgens Nico zal het om een uur of elf prachtig weer zijn. Dat is volgens hem altijd het geval als er gasten komen. We laden het karretje vol met takkenbossen en gaan weer aan het werk. De bedoeling is dat we om 11.45 gaan eten, onze tassen inpakken en dan om 14.00 aan boord gaan. Tijdens de koffie belt Egbert nog even om met de schippers (zowel de Asterias als de Capella zijn onderweg) te overleggen of we niet iets eerder weg kunnen. Het oorspronkelijke plan blijft echter gehandhaafd.

Het werk vordert vanmorgen zeer snel. We zijn echt op elkaar ingespeeld. Rond 10.30 uur rijdt Egbert met de sjovel naar de boten om de leden van de BAKR droog van boord te halen. Inmiddels is het inderdaad heel erg zonnig en aangenaam geworden. Als ze bij de 'oprijlaan' aankomen zijn wij net klaar met werken. Dat geeft ons de gelegenheid met deze en gene een babbeltje te maken. Daarna gaan wij lunchen; Egbert en de gasten gaan op pad voor een rondwandeling over het eiland. Egbert geeft aan dat wij toch wat eerder weggaan, namelijk tegen enen. We nemen dus alvast afscheid van hem.

Plotseling weer die hektiek. Hoewel er alle tijd is, gaat iedereen ineens rennen om de boel weer ingepakt te krijgen, snel een hapje te eten, de bagage op de sjovel te zetten en het huis op te ruimen. We gaan op pad naar de Capella. Bert zet de bagage en de passagiers aan boord. Hij rijdt de sjovel terug, ik de landrover, en damen lopen we, soms tot de enkels in het natte zand, terug. Een warme aangelegenheid. We gaan via de ladder an boord en rond een uur of een zetten we koers naar de Eemshaven, waar we om 14.30 uur aankomen. Henk (de schipper) wil ons wel even naar Groningen brengen,  maar dan moeten we, in verband met beschikbare ligplaatsen, eerst op de Asterias wachten. Als die aankomt wordt er voor Eduard een lift naar Leeuwarden geregeld, Andres, Kees en ik rijden uiteindelijk toch met Peter Venema naar Groningen. Van Bert en Nico hebben we een half uurtje daarvoor al afscheid genomen.

Natuurlijk ontmoeten we in de Eemshaven ook Egbert nog even. Hij weet ons te melden dat de schutting slechts gedeeltelijk zal worden geplaatst, namelijk alleen aan de noordzijde. Verder zal de bebouwing in een neutrale kleur worden geschilderd en wordt er een uitzichttoren voor de vogelwachters geplaatst. De voertuigen en dergelijke zullen door een natuurlijke wal van zand met begroeiing aan het oog worden onttrokken. Een prima oplossing lijkt me.

In de haven in ook Henk Patberg aanwezig. euk om hem ook weer even te spreken! Bij het Groninger station nemen we afscheid van Andreas. Hij gaat terug naar WEEVA, want hij wil morgen nog even naar Warffum om het Hooge Land Museum te bezoeken. Kees en ik hebben een zeer voorspoedige terugreis naar Amsterdam. Op het CS drinken we een laatste biertje en gaan dan allebei naar huis.

Einde van weer een geweldige week op Rottumeroog. Egbert, Bert, Nico, Andreas, Kees en Eduard hartelijk dank!