Terug naar Rottumerplaat
Door: Ed Bus
In 2005 waren Ed Bus en Roelof
Oost in week 41 als vrijwilliger op Rottumerplaat. In 1992 behoorden zij tot de
allereerste groep die op Plaat aan het werk ging. Vorig jaar schreef Ed een
korte impressie van de week. In 1992 was Rottumerplaat voor de SVRR nog redelijk
onbetreden gebied. Hoe de situatie ter plaatse was, de behuizing, het werk, dat
moest allemaal nog worden ontdekt. Dertien jaar geleden dus een veel meer
feitelijk rapport aan het bestuur.
Hieronder de sfeertekening uit 2005, op de volgende pagina een greep uit de
bevindingen van 1992.
Het weer
Op de maandagochtend van vertrek nog naar de weersvoorspelling geluisterd. Een
omvangrijk hogedrukgebied ten oosten van ons land zal stand houden. En ja hoor,
de hele week mooi zonnig weer waarbij in de middag bij zomertemperaturen, de
lange voor de korte broek verruild kan worden.
De vrijwilligers
Stuk voor stuk liefhebbers van de natuur die op deze manier hun steentje
bijdragen aan datgene wat ons lief is. Zelfs niet schuwend om na de werktijd op
“Plaat” een werkoverleg bij te wonen waarbij door middel van een quick-scan is
belicht waar het goed gaat en waar minder goed in de organisatie.
De stemming
Opperbest wil ik zeggen. Vrijdags voor het vertrek nog met Roelof gebeld. Even
een regeling treffen voor het vervoer naar en van de Eemshaven. We hebben er
beiden veel zin in. Los van alle dagelijkse beslommeringen de “kop” leeg maken.
Het gaat allemaal zo relaxed als iedereen gelijk gestemd is.
De natuur
In het zonlicht liggen het strand en de kwelder er mooi bij. Vooral het door
ochtendrood gekleurde eiland maakt op mij een bijzondere indruk. Naast veel
vogels ook harders gespot in de geul bij de bebouwing. En niet te vergeten de
Westerduinen die model staan voor veel digitale opslag in fotoapparaten.
Veel afval is verzameld die week, van landbouwpastic tot oliedrums en petflessen
tot complete visnetten aan toe. Ook ligt er weer chemisch afval.
Het vervoer
In tegenstelling tot de vorige keren reizen we nu met de Harder van LNV. Een
mooi schip met alle technische know how aan boord plus een goed stel mensen die
ons terwille zijn bij onze vragen. Zowel op de heen- als op de terugreis zijn
zij er op de afgesproken tijd.
Aan de werkweek op Rottumerplaat houd ik een goed gevoel over. Graag tot een
volgende keer Rottumerplaat!
Hieronder een greep uit het
verslag van Ed uit 1992. Zoals gezegd ging het toen om de eerste keer dat er
vrijwilligers op Plaat aan het werk gingen. Veel feitelijke informatie dus over
de organisatie, de bebouwing en de omgang met elkaar. Maar ook opmerkingen over
de noodzaak zwerfvuil te blijven opruimen en over de aanwezige fauna.
Saillant is de opmerking waarmee hij zijn verslag afsluit: “Van mijn
aanwezigheid op Plaat zijn de foto's al klaar. Er zijn zo'n 25 (!) opnamen
gelukt.” Duidelijk stamt dit nog uit de tijd van het dure filmrolletje. In
oktober 2005 heeft hij prachtige digitale foto’s gemaakt, maar dan wel ruim 150.
“De organisatie liep van het begin tot het eind gesmeerd. Het verblijf op
Rottumerplaat was van uitstekende kwaliteit. Er is een dieselaggregaat dat voor
stroomvoorziening zorgt van de verlichting en gedeeltelijk ook voor verwarming.
Een scheerapparaat kan dan ook gerust worden meegenomen. Voor het wassen van
handen en voor het douchen is warm en koud stromend (regen)water voorhanden. In
de (verwarmde) woonkamer is een TV en je kunt er ruim zitten. Bij
strandwandelingen ‘s avonds heb je de beschikking over een portofoon die direct
in verbinding staat met de aanwezigen in de bebouwing.”
“De avonden worden inderdaad gevuld met TV kijken en praten. In mijn geval was
kennis van het Groninger dialect wel een leuke bijkomstigheid maar niet beslist
noodzakelijk. Men deed alle moeite het zo verstaanbaar mogelijk te houden en zo
niet, dan kreeg je uitleg van het niet begrepen woord. “
“De verzorging was bijzonder goed. Bij de koffie- en theepauzes was er altijd
koek of een andere versnapering aanwezig. Voor de overnachting zijn er voldoende
slaapplaatsen. Wij kregen ieder een tweepersoonskamer toegewezen. Er zijn ruim
voldoende lakens en dekens aanwezig. De samenwerking tussen de vrijwilligers en
de vaste medewerkers was goed. Ik kreeg de indruk dat we goed in de smaak
vielen. We konden zelfs plaats nemen achter de verschillende sturen van het
rijdend materieel. Ik deel niet de mening dat we als ‘indringers’ moeten worden
gezien.”
“Als Rijkswaterstaat op de huidige manier door moet gaan met het onderhoud aan
Oog en Plaat dan is mijns inziens de inzet van vrijwilligers onontbeerlijk. Ik
heb versteld gestaan van de berg plastic en glas die door ons op zo'n relatief
klein eiland is verzameld.”
“Er is een rijkdom van onschatbare waarde aan vogels op het eiland. Ik zag onder
andere drieteenplevieren, zwartkoppen, goudhaantjes, roodborsten, zwarte
roodstaarten, mantelmeeuwen, zilvermeeuwen, houtduiven, koperwieken,
kiekendieven en veel scholeksters. Ook hebben we bij aankomst op het eiland
zeehonden gezien. Later niet meer.”
De Kaap
Voorjaar 2006