Staat in de staat

Raad en daad . . . . . een sonnet

Door: Fries de Vries
Amsterdam, 5 oktober 2004

Omdat ik anders ben en mij niet kennen laat,
Wordt ik slachtoffer van roddel en haat,
Veracht, verguisd, vertrapt, onder het primaat
Van vooroordeel, onbegrip en opgelegd dictaat.

In de oorlog ben ik de onbekende soldaat,
Die vroeg naar zin en doel, altijd paraat
Om de waarheid te dienen, bestrijder van het kwaad,
Maar ook gericht op zuiverheid, achttien karaat.

Het volk begint zich te roeren en is in staat
Mij te kruisigen als bedreiger van de staat,
Verderver van de jeugd, de man in de straat
Neemt mij die liefde preekt, haatdragend de maat.

Ik boodschapper voor de mens, zijn lot is desolaat,
O Heer, maak mij strandvonder op Rottumerplaat.

De Kaap
Voorjaar 2005