Een ervaring rijker

Een excursie naar Rottumeroog, dinsdag 14 september 2004

Door: Willem

We hebben eerst nog even gebeld met meneer Patberg, of het wel door ging. De berichten waren stormachtig. Wel zonnig zo nu en dan, maar ook met grote kans op een fikse bui. Om half twaalf waren we in het knusse bruine café "'t Zielhoes", onder aan de Groninger dijk in het kleinste vissersdorpje van Nederland. Alleraardigst !

Na een kopje koffie stapten we om twaalf uur aan boord van de "Boschwad". Gedurende de drie uur durende tocht konden we prima aan dek zitten. Er was heel veel te zien. Het was helder en zonnig. Via een geulenstelsel en prikken en boeien voer het schip bijna zigzaggend over het Wad richting Rottumeroog en Rottumerplaat. Het baken (de Kaap) was heel snel te zien, evenals de boulevard met zijn massieve hotels op het Duitse Waddeneiland Borkum. Aan boord koffie met Groninger koek en ook de meegebrachte boterhammen smaakten ons uitstekend. De uitkijktoren van de vogelwachters van Staatsbosbeheer, op het voor ons verboden eiland Rottumerplaat, was na verloop van tijd ook duidelijk waarneembaar. Op een geografisch onder dit eiland liggende zandplaat zagen we op een bepaald moment enkele tientallen zeehonden. Groot en klein, jong en oud. Fantastisch ! Echt in hun natuurlijk leefmilieu. In het verleden waren we al eens naar de zeehondencrêche van Lenie 't Hart in Pieterburen geweest, maar dit sloeg alles.

"Vissershaventje van Noordpolderzijl" De schipper voer naar mijn idee doelbewust wat langzamer. Enerzijds om zo min mogelijk te verstoren en anderzijds om ons zo lang mogelijk in de gelegenheid te stellen om te filmen en te fotograferen. Bij de zogenaamde aanlanding werd het schip met de neus tegen een zandplaat gezet. Trap over boord, wij sokken en schoenen uit en via twee stappen door het enkelhoge water de zandplaat op. Ook hier werden veel foto's gemaakt.

Opvallend was dat eigenlijk niemand het griezelig vond, terwijl er naar mijn indruk relatief veel 60-plusssers bij waren. De schoenen gingen weer aan en de rugzakken om, terwijl enkelen blootsvoets naar de duinenrij in de verte liepen. Rechts zagen we nog een tweejarige (volgens de boswachter) zeehond, die waakzaam met zijn ogen in de zon lag te knipperen. Hij deed mij denken aan het reclamespotje van de zeehondencrêche met de begeleidende song "I'ts a beautifull day, the sun is shining . . . .!"

Bij het baken de Kaap was een pauzeplek. Even bijkomen, even wat eten en drinken. - We ontmoeten vier vrijwilligers van de stichting die bezig waren met schoonmaakwerkzaamheden op de stranden. We zagen al een grote aanhangwagen vol plasticrommel en glas. 't Lijkt mij heel zinvol en dankbaar werk. Met de boswachter wandelden we richting de restanten van de zogenaamde Tuin van Tox (Toxopeus, de laatste strandvoogd, red.) en de restanten van de laatste voogdwoning. Ook zagen we in noordwestelijke richting nog resten van fundamenten van de één na laatste woning. Velerlei soorten schelpen en vogels waren er langs het Noordzeestrand te bewonderen. Borkum leek heel echt op een steenworp afstand te liggen.

Een totaal andere wereld; één van mondain strandvermaak. We bewonderden o.a. zeekraal, helmgras en tarwebies. Een enorme variatie aan zgn. zoutwater vegetatie.

Op de terugreis, richting wooncontainers -met uitkijktoren- kregen we een flinke stortbui op ons hoofd zo ook tijdens de terugwandeling over de plaat, richting de boot. Het ene moment stralende zonneschijn met stevige wind, het andere moment een plensbui.

Eénmaal aan boord was alle leed snel geleden. Vlug droge sokken aan en/of droge broek. De bemanning zorgde voor broodjes worst, soep en koffie en zo nodig voor een Berenburgje. Tegen tien uur kwamen we in de duisternis in Noordpolderzijl aan. Een uur later waren we weer thuis.

Voorwaar . . . . . . . een ervaring rijker.

De Kaap
Najaar 2004