Op excursie naar Rottumeroog

Door Peter H.F. Bor

Voor de meeste Leidenaren is 3 oktober een speciale dag. Dan wordt immers gevierd dat hun stad op deze dag en lang geleden ontzet is. Voor een echte Leidenaar is dit het evenement van het jaar. Gelukkig ben ik uit Rotterdam afkomstig, dus niets stond mij in de weg om op 3 oktober 1998 op excursie te gaan naar Rottumeroog

Het idee een bezoek te mogen brengen aan een eiland dat per jaar door nog geen duizend mensen bezocht mag worden, heeft wel wat. Maar je komt er dan ook niet zomaar. Drie uur in de auto, evenzoveel op de boot en natuurlijk hetzelfde als terugreis. Je moet er wat voor over hebben.

Niet alleen het eiland is de moeite waard. Ook is het leuk weer wat oude bekenden en natuurlijk wat nieuwe gezichten gezien te hebben. In totaal waren er 21 deelnemers.

Hieronder volgt een overzicht van alle aangetroffen (mariene) organismen. Voor zover mogelijk zal ik proberen aan te geven of het om autochtoon of aangespoeld materiaal gaat.

Wieren
Er weren acht soorten wieren gevonden, te weten: Gracilaria verrucosa (knoopwier), Chaetamorpha linum (visdraad), Fucus vesiculosis (gewone zee-eik), Ascophyllum nodosum (knotswier), Porphyra purpurea (purperwier), Ulva lactuca (zeesla), Enteromorpha spec en Ulothrix spec.

Zeegrassen
Van Zostera marina (groot zeegras) waren diverse plukken aangespoeld. Artur Oosterbaan ontdekte hierop enige hydroïdpoliepen, die hij voor determinatie meegenomen heeft.

Holtedieren
Enige honderden zeepaddestoelen (Rhizostoma pulmo) lagen op het strand. Daartussen konden ook enige kompaskwallen (Chrysaora isosceles) opgemerkt worden. In de kwallen weren vele exemplaren van de kwalvlo (Hyperia galba) aangetroffen. Ook Pleurobrachia pileus (zeedruif) werd gevonden.

Hydropoliepen
Zowel Tubularia larynx (gorgelpijp) als Tubularia indivisa (penneschaft) werden gevonden, de eerste ook levend onder stenen. De hydroïdpoliepen die Arthur op het zeegras verzamelde, bleken Obelia dichotoma (zeedraad) te zijn.

Zee-anemonen
Drie soorten zee-anemonen werden gemeld: de slib-anemoon (Saggartia troglodytes), de zee-anjelier (Metridium senile) en de weduwroos (Sagartiogeton undatum).

Wormen
De volgende wormen konden worden genoteerd: Lanice conchilega (schelpkokerworm), Pygospio elegans, de zeepier (Arenicola marina) en de beide zeeduizendpoten Nereis pelagica (onder stenen) en Nereis diversicolor (in slenken en op het wad).

Stekelhuidigen
Van deze groep werd alleen de zeester (Asteria rubens) gesignaleerd.

Weekdieren
Rob Dekker was mee en natuurlijk wist hij een leuke zeenaaktslak op te sporen: Acanthodoris pilosa (egelslak). Ook Jappe en Arthur wisten hier ieder een exemplaar van te vinden.

De beide alikruiken Littorina littorea en Littorina saxatilis zaten levend op stenen. Slakken werden verder niet levend gesignaleerd. Lege horens van de wulk (Buccinum undatum), het muizeoortje (Ovatella myosotis), het wadslakje (Peringia ulvae), de oubliehoren (Retusa obtusa) en de tepelhoren (Euspira catena) werden wel gevonden.

Van de tweekleppigen werden levend genoteerd: Mytilus edulis (mossel, op steendammen), Barnea candida (witte boormossel) en Petricola pholadiformis (amerikaanse boormossel, beide in kleibanken aan de noordzijde van het eiland), Macoma balthica (nonnetje) en Cerastoderma edule (kokkel). Verder werden doubletten of lossen kleppen gezien van Ensis americanus (Amerikaanse zwaardschede), Ensis minor (klein tafelmesheft), Zirfaea crispata (ruwe boormossel), Mya arenaria (strandgaper), Donax vittatus (zaagje), Angulus fabulus (rechtgestreepte platschelp), Angulus tenuis (tere platschelp), Mactra corallina (grote strandschelp), Spisula subtruncata (halfgeknotte strandschelp) en zeer veel Scrobicularia plana (platte slijkgaper).

Tenslotte kunnen gemeld worden eikapsels van de wulk en de schilden van de zeekat (Sepia officinalis).

Krabben en kreeftachtigen
Zoals al eerder vermeld, werden diverse kwallen bewoond door de kwalvlo (Hyperia galba). Rob Dekker vond nog twee kleine kreeftachtigen, te weten Corophium arenarium (in het wad) en Orchestia gammarella (op de kwelder). Drie soorten zeepokken werden gemeld. Op een schild van de Chinese wolhandkrab (Eriocheir chinensis) zaten exemplaren van de brakwaterpok (Balanus improvisus). Tevens zijn gevonden Balanus crenatus (gekartelde zeepok) en Semibalanus balanoides (gewone zeepok). Sylvia van Leeuwen verzamelde tenminste één exemplaar van de heremietkreeft Pagarus bernhardus. Deze werd 's avonds op de terugtocht weer vrijgelaten. Levend werd ook de strandkrab (Carcinus maenas) waargenomen.

Vissen
Arthus Oosterbaan zag een visje wegschieten bij het keren van stenen en meende hierin de vijfdradige meun (Ciliata mustula) te herkennen. Van de sterrog (Raja radiata) en de stekelrog (Raja clavata) werd elk één eikapsel aan de collectie van de auteur toegevoegd.

Zoogdieren
Natuurlijk mogen de vele exemplaren van de zeehond (Phoca vitulina) niet ontbreken. Op een richel werden er wel 78 geteld en soms kwamen ze wel heel erg dicht bij de boot.

Met dank aan iedereen die zijn waarnemingen ter beschikking heeft gesteld.

 

Bron:
Het Zeepaard
Jaargang 58
Nummer 6
December 1998