Voogdwoning Rottumeroog dreigt in zee te verdwijnen

„Voor dit eiland bestaat geen model"

Door W. G. Hulsman

ROTTUMEROOG – Het zijn moeilijke dagen voor de twee beheerders van het Waddeneiland Rottumeroog. Het eiland glijdt steeds meer als zand tussen hun vingers weg, ook al spannen zij zich tot het uiterste in. Erger is dat nu ook de woning van de mannen in zee dreigt te verdwijnen. Zaterdag bracht staatssecretaris J. M. de Vries van verkeer en waterstaat een werkbezoek aan het eiland. Een afscheidsbezoek.

„Vorige week hebben we alles uit de woning gehaald. We vonden het niet meer verantwoord om er 's nachts te slapen met de zee op een paar meter afstand. We hebben die laatste nachten de vogelobservatiepost van Staatsbosbeheer als noodonderkomen gebruikt. Als er een flinke storm komt, kan het huis zo in zee verdwijnen", vertelt kantonnier S. van den Berg aan de staatssecretaris. Hij sliep de laatste paar nachten alleen in de woning, als een kapitein op een zinkend schip.

Het is zaterdag nog net mogelijk om aan de zeezijde over een richel van een meter breed rond de voogdwoning te lopen. De afgelopen maanden hebben Van den Berg en zijn collega E. Bakker de 20 meter brede duinenrij voor het voogdhuis in zee zien verdwijnen, samen met een groot deel van de tuin van Toxopeus, de laatste permanente bewoner van het eiland.

De afslag gaat nog dagelijks door, vooral bij stormen uit het noordwesten. „Soms gaat het heel hard, zoals de afgelopen weken, maar er zijn ook jaren dat het er bijna niets gebeurt. Op het kantoor van Rijkswaterstaat hebben ze allerlei modellen voor de ontwikkeling van de kust, maar voor Rottumeroog is geen model te maken", vertelt Van den Berg. Iedere dag verdwijnt aan de oostkant een stukje van het eiland in de sterke stroming van de Eemsmond.

Het scheiden van de woning waar tot 1965 de eilandvoogd Toxopeus leefde, valt niet mee voor de twee. De kantonniers woonden er twintig weken per jaar van maandag tot en met vrijdag; Bakker al 27 jaar lang, en Van den Berg 25 jaar. „Ik heb al die tijd gewerkt aan de opbouw van het eiland. Dan voel je best wat van binnen. De afgelopen week was het moeilijkst", zegt de tweede.

Grillig
Het hoekige huis met een fraai uitkijktorentje moet half december gesloopt zijn. Als het er tenminste nog staat. „Je weet het nooit bij de zee, die geeft altijd weer verrassingen".

De staatssecretaris vat het anders samen: „De natuur is heel grillig, maar toch ook heel mooi". Zij vindt het jammer dat het eiland zo veel afkalft, „maar dat is nu eenmaal de speling van de natuur. Dat het eiland steeds kleiner wordt, valt niet te keren. Dan is het een logische keuze om de natuur hier geheel zijn gang te laten gaan, zoals dat in 1991 is besloten. Zulke plekken hebben we in Nederland ook nodig", aldus mevrouw De Vries, gestoken in een overlevingspak van de snelle reddingsboot uit de Eemshaven.

Om de vijf jaar bestudeert een commissie wat er met het eiland moet gebeuren. De BeheersAdviescommissie Kustverdediging Rottumeroog (BAKR) heeft vorig jaar bepaald dat de 'hulp' aan het bijna 300 hectare grote eiland voorlopig wordt voortgezet. "Oog", niet te verwarren met de iets westelijker gelegen Rottumerplaat, kan dat goed gebruiken. Met "Plaat" gaat het aanzienlijk beter, dat groeit en bloeit.

Het eiland aan laten groeien is geen eenvoudige opdracht voor de kantonniers en hun twee helpers. „We plaatsen op het eiland schermen van wilgentenen, maar alleen bij zuidoostenwind, dus vooral in het voorjaar, hebben die effect". De winst bedraagt meestal maar enkele meters zand per jaar, terwijl aan de andere kant van het eiland tientallen meters wegslaan, vertelt Van den Berg. „Het is water naar de zee dragen". Verder planten de bewoners van het waddeneiland zandhaver en helmgras, planten die zand vasthouden en goed tegen zout water kunnen. De kantonniers hebben samen soms overuren gemaakt met het planten, om maar weer een paar meter zand te winnen.

Vogeleiland
De natuur trekt zich weinig aan van de strijd die de mensen voeren met het water en het zand. Volgens boswachter Bert Corté van Staatsbosbeheer gedijt de natuur juist goed op het eiland.

De rust doet vooral de vogels goed. „We hebben naast zo'n 180 plantensoorten vooral veel vogels: visdieven, sternen en sinds vorig jaar lepelaars. Eind augustus komen daar tijdens de najaarstrek nog duizenden vogels bij. Er komen zo'n 200.000 eidereenden foerageren voordat ze naar het zuiden trekken". Ook met de zeehonden gaat het goed. Rond Rottumeroog en -Plaat leven er zo'n 400. Ongestoord.

De mens ondervindt meer hinder van het natuurgeweld. De twee kantonniers moeten verhuizen. Het eiland hoeven ze nog niet te verlaten, want hun rayonhoofd, Trea van der Heide, is al bezig met de voorbereidingen om na de winter een andere verplaatsbare woning op het eiland te regelen. Tot het einde van hun werk bij Rijkswaterstaat zullen de twee het wel uitzingen op het eiland. Hun eiland.

 

Bron:
Reformatorisch Dagblad
9 november 1998