Excursie Rottumeroog 31 augustus 1996

Door Frits Zandvoort

Met 5 man van onze groep en nog een vijftiental van de NJN (strandwerkgroep) zijn we naar Rottumeroog geweest. Na een lange reis vanaf het ondergelopen Noordpolderzijl (springtij) kwamen we op het eilandje aan, waar we werden ontvangen door de beheerder van Staatsbosbeheer. Hij gaf ons een rondleiding over het eiland, waarbij wij schelpenmensen stonden te popelen om voor het donker nog het strand te kunnen bezoeken. Eindelijk op het strand aangekomen viel de oogst wat tegen. Opvallend waren de grote kleibanken op het strand met daarin gaten gevuld met schelpen (geen boormossels, voornamelijk strand- en slijkgapers). Uit het zeewater hebben we nog een half litertje hydrobia-gruis opgevist. Hieruit kwamen geen bijzonderheden (vnl. Peringia, Mysella en Retusa). De enigste vermeldenswaardige vondst van het strand was een complete klep van de zeldzame Sphaerocardium paucicostatum. In de duinen en de hogere kwelders hebben we nog naar landslakken gezocht. Dit leverde de volgende lijst op:

Cepaea nemoralis
Cochlicopa lubrica
Punctum pygmaeum
Pupilla muscorum
Succinea oblonga (anatomisch gedet., H.J.Kwant)
Trichia hispida
Vallonia sp.
Vitrina pellucida

Punctum pygmaeum blijkt een nieuwe soort voor Rottum te zijn (lit.1 en 2). Ik heb slechts één exemplaar gevonden onder een stuk hout in vochtig en open lage duinen. Deze soort was volgens van der Veen en Hovestadt (lit.3) wel te verwachten op "Oog".

Literatuur:

E. Gittenberger et al., 1984, "De landslakken van Nederland".

A. Hovestadt, Corresp.-blad Ned.Malac.Ver., No 281, nov.1994, (153-156), Verslag van de N.M.V. excursie naar Rottumerplaat en Rottumeroog op 23 september 1994".

J. van der Veen, A. Hovestadt, Corresp.-blad Ned.Malac.Ver., No 281, nov.1994, (157-161), "De landslakken van Rottumeroog kritisch bekeken".

Bron:
Jaarverslag 1996 Schelpenwerkgroep Delfzijl