De commissaris neemt thuis wel een douche

Door: Alfred Meester

De brits was hard, maar de Groningse commissaris der koningin Henk Vonhoff en zijn echtgenote Loes hebben het afgelopen weekeinde 'als blokken' geslapen. Met z'n tweetjes op het onbewoonde eiland Rottumeroog; het liefst hadden ze zich verstopt voor de boot van Rijkswaterstaat, die ze gisteren weer kwam ophalen.

Op de onmetelijke zandplaat, aan de voet van de hoogste duintop van Rottumeroog, is Vonhoff niet meer dan een stipje. Hij heeft een gebronsd gelaat. 'Nederland' staat er met grote letters achterop zijn fel-oranje windjack, een souvenir van zijn periode als voorzitter van het Nederlands Olympisch Comite. Ook de grote weekendtas dateert van de winterspelen in Calgary in 1988.

Geduldig laten Vonhoff en zijn vrouw zich op een aanhanger richting ms Regulus rijden. De wielen van de achteruit manoeuvrerende jeep zakken centimeters diep in het weke zand. Via een ladder klautert de commissaris even later aan boord. "Goedemorgen", trekt hij een brede glimlach.

Het is uitzonderlijk mooi weer. De zon schijnt, en de Waddenzee staat zo strak als een biljartlaken. Vonhoff en echtgenote nemen direct plaats op de voorplecht. Druk gebarend en wijzend, de verrekijker steeds onrustig voor de ogen zwaaiend, nemen ze afscheid van 'hun' Groningse bounty-eiland.

Rottumeroog is, hemelsbreed vijftien kilometer uit de kustlijn, een oase van kalmte. Henk en Loes Vonhoff begonnen hun solitaire verblijf zaterdag met 'een heerlijk rustige siësta'. Na zijn oratie vrijdag als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam had Vonhoff slechts vier uur geslapen.

Met zijn korte verblijf op Rottumeroog, trad Vonhoff in de voetsporen van Jan Wolkers en Godfried Bomans, die in 1971 een week - alleen - op zustereiland Rottumerplaat bivakkeerden. De commissaris had Rijkswaterstaat zelf gevraagd een weekendje op de duinenarchipel te mogen doorbrengen. "Ik wilde mijn loopbaan als commissaris niet afsluiten, voordat ik de meest noordelijke punt van de provincie eens uitvoerig had bezocht", verklaart Vonhoff aan de kajuittafel van de Regulus. Vlak voor het broedseizoen was het de commissaris nog net gegund. In juni gaat hij met pensioen.

Het echtpaar Vonhoff bivakkeerde in het huis dat de laatste strandvoogd van Rottumeroog, J. Toxopeus, van 1956 tot 1965 bewoonde. Deze bungalow fungeert nu zeven weken per jaar als dienstverblijf voor de duinarbeiders, die nog het hoogstnoodzakelijke onderhoud aan de zeeweringen plegen. Blikvoer, drinkwater en gasflessen worden van vaste wal aangevoerd. Het was een beetje improviseren, geeft Vonhoff toe, maar hij heeft zich uitstekend kunnen redden. "We hebben enige kampeerervaring. En douchen doe ik thuis wel, daar was het 's ochtends te koud voor."

Jan Wolkers was lyrisch over de onbewoonde Waddeneilanden. Hij omschreef 'oog' en 'plaat' als een van zeekraal, lamsoor en zeealsem flonkerende gesp in onze waddengordel van smaragd. Ook bij Vonhoff heeft de natuur een gevoelige snaar geraakt. "Het meest bijzondere wat we gezien hebben, was een baltsende blauwe kiekendief bij ondergaande zon. Daar kan geen natuurfilm op tv tegenop. Een indrukwekkend en romantisch moment."

In de 'tuin van Toxopeus' heeft zich een bijzondere biotoop ontwikkeld voor zeldzame zangvogels. Gewapend met kijker en vogelwaarnemingsboeken heeft Vonhoff ze bespied: kiekendieven, roodborstjes, kneuën, merels en natuurlijk krijsende scholeksters plus meeuwen. Om nog maar te zwijgen van de bergeenden, konijnen en voorbijzwemmende zeehonden. "Dit weekend brak ook nog eens de lente door; alle knoppen barstten open."

Vonhoff vindt het jammer dat verkeer en waterstaat Rottumeroog aan de golven prijsgeeft door het onderhoud aan de oostkant te staken. Het eiland kalft aan die zijde af, en dreigt aan de westkant te worden verzwolgen door de stromen van de Eems. "Misschien moet de overheid meer geld in het onderhoud steken. Want als de tuin van Toxopeus verdwijnt, gaat een zeer grote natuurwaarde verloren", zegt Vonhoff. Remmingswerken, puinbakken en opgespoten zand zouden de getijdestromen kunnen temmen. "Maar ja, ik weet dat het grote inspanningen en veel geld kost."

Het echtpaar heeft kilometers gewandeld, en genoten van de stilte en de natuur. Toch was Vonhoff niet overweldigd. "Wij waren met ons tweeën, en zijn inderdaad niemand tegengekomen. Maar ik had geen gevoel van: 'Tjonge, we zitten op een onbewoond eiland'. Op de hoge Veluwe kun je ook de eenzaamheid opzoeken." De scheidende commissaris kan zich wel voorstellen dat Godfried Bomans destijds 'flipte' op Rottumerplaat. "Bomans was geen natuurman, maar een stadsmens. De geweldige confrontatie met de natuur is hem waarschijnlijk naar de keel gevlogen."

En heeft het weekend op het meest ongerepte stukje Waddennatuur zijn mening over aardgasboringen op de Waddenzee nog veranderd? "Neen", antwoordt Vonhoff, die tevens commissaris is van de Nederlandse Gasunie. "In vergelijking met andere brandstoffen is aardgas volmaakt schoon. Het is van eminent belang het Groningenveld te ontzien. Dat kan alleen door een reeks kleinere aardgasvelden te exploiteren. De milieubeweging heeft geweldig last van een Nimby(Not in my backyard)-complex."

Bron:
Trouw
16 april 1996