Promoties

Door: Marjo van der Meulen

‘Ja en nee. Ik lijk wel een politicus,'' zegt geoloog Albert Oost op de vraag of hij denkt dat natuurbeschermers blij zullen zijn met zijn proefschrift. Daarin pleit hij ervoor om in het gebied van de Waddenzee meer over te laten aan de natuurlijke dynamiek. Het natuurlijke proces zal mogelijk tot gevolg hebben dat de Engelsmanplaat zal verdwijnen en de oostpunt van Ameland zich afsplitst, waarbij overigens geen gevaar voor de bevolking dreigt.

Oost promoveert de 23ste maart in Utrecht en hij geeft toe dat er een spanning is tussen de begrijpelijke behoefte om delen van de natuur te beschermen vanwege de bijzondere flora en fauna en 'zijn' natuurlijke dynamiek. ''Maar als beschermen betekent dat je uitsluitend vasthoudt aan bestaande belangen krijg je een statische toestand. In de natuurlijke dynamiek verdwijnt er niet alleen wat, er komt ook wat terug.''

Een goed voorbeeld daarvoor vindt hij de geleidelijke verdwijning van Rottumeroog, waar weer tegenover staat dat Rottumerplaat aangroeit tot een compleet eiland waarop weer van alles staat te gebeuren.

Lentegevoelens beheersen Groningen, want daar wordt niet alleen gemeld dat R.S. de Jong met een infrarood- camera naar 86 sterrenstelsels heeft gekeken, maar tevens dat hij op de dag van de promotie, 24 maart, in het huwelijk treedt met 'één van zijn paranimfen'.

Eenmaal op het lentebeen gezet vraagt dat om een verdere selectie uit 'groei en bloei'-promoties. Bioloog W.A. Kanneworff promoveert op 20 maart aan de VU in Amsterdam op de ademhaling van tulpebollen. De tulp heeft winterkou nodig om te kunnen bloeien. Snijbloemenkwekers die het hele jaar door bloeiende tulpen willen, stoppen die bollen tegenwoordig in de vriescel. Kanneworff keek naar wat er tijdens de koeling gebeurt met de ademhaling van bollen: die neemt toe en dat heeft weer invloed op de groei, want die versnelt.

De aardappel houdt van gematigde klimaten met een lange dag. Peter Kooman promoveert 24 maart in Wageningen op een onderzoek waarbij hij keek naar de effecten van klimaat op de potentiële opbrengst van dit knolgewas. Hij deed veldexperimenten in Nederland, Rwanda en Tunesië en kon vervolgens via een simulatiemodel de opbrengstverschillen tussen diverse locaties en rassen vaststellen. Dat heeft weer tot gevolg dat nu voor een bepaalde locatie het 'ideale type aardappel' valt te bepalen. Dat maakt efficiëntere veredeling mogelijk. 

 

Bron:
Het Parool
18 maart 1995