Verslag van de N.M.V.-excursie maar Rottummerplaat en Rottumeroog op 23 september 1994

door Ad Hovestadt

(NMV = Nederlandse Malacologische Vereniging)

Op vrijdag 23 september werd er een bescheiden excursie gehouden, met als doel om zowel marien als non-marien materiaal te verzamelen op Rottumerplaat en Rottumeroog. Omdat de boot "de Harder" slechts acht passagiers kon vervoeren, naast de bemanning en de boswachter (beide eilanden worden beheerd door Staatsbosbeheer) bestond aanvankelijk de vrees, dat er wellicht liefhebbers teleurgesteld moesten worden. Gelukkig meldden zich precies acht deelnemers aan, te weten: Marc Lavaleije, Aria Dogterom, Han de Vries, Henk Wallbrink, Bavie Gras, Thijs de Boer, Jaap van der Veen en ondergetekende. Om de tocht maximaal rendabel te laten zijn, werd de groep in tweeën gesplitst, waarbij de eerste vier naar Plaat gingen en de laatste vier naar Oog.

Plaat is bij mijn weten nog nooit bemonsterd. Literatuur over slakken van Plaat ontbreekt, terwijl het eiland in N.M.V.-verband in ieder geval nog nooit eerder bezocht is. Oog is eenmaal eerder bezocht en wel op 12 september 1981 (Kaas, 1981) . A priori zijn beiden interessant: Plaat omdat het nog niet eerder bezocht is; Oog omdat het op de nominatie staat te verdwijnen nu besloten is om het beheer te extensiveren. Bovendien zou er een vergelijk met 1981 mogelijk zijn.

In alle vroegte verzamelde men zich bij de Eemshaven. Een klein en onvoorzien probleem was, dat de organisator zich niet gerealiseerd had dat de Eemshaven nogal groot is en dat niet voor een ieder meteen duidelijk was waar men moest zijn. Om kwart voor acht was de groep evenwel compleet en met achterlating van een paar auto's ging men vervolgens naar Lauwersoog, waar de boot lag. Uiteindelijk zou de boot in de Eemshaven weer aankomen.

De haven van Lauwersoog is aanzienlijk kleiner, maar zelfs de waterpolitie wist niet dat de Harder vlak bij de politiepost aangemeerd lag. De bemanning had inmiddels alle tijd gehad om de koffie klaar te maken en met een heldere zon en een afwezige wind werd de tocht begonnen. Mooi weer is voor de malacoloog altijd een probleem, zo ook nu. Het ideale weer zorgde voor een onvoorzien lage waterstand, zodat het peil 38 cm onder niveau was. Enige tijd moest de Harder daarom halverwege op het wad blijven liggen. Deze vertraging leidde er toe, dat er voor beide eilanden betrekkelijk weinig tijd over bleef. Rond half een kon de eerste groep afgezet worden op de westpunt van Rottumerplaat en tegen enen de tweede groep op de westpunt van Rottumeroog. Beide groepen werden tegen vieren op de oostpunt van ieder eiland weer afgehaald. Beide eilanden hebben geen steigers en ook ontbreekt een geul die zeer dicht onder de kust komt. Een rubberboot is derhalve nodig om op het strand afgezet te worden. Het gaf een avontuurlijk tintje aan het bezoek.

De naam Rottumerplaat suggereert een laagliggende zandplaat, maar vanuit zee is al snel duidelijk, dat het hier gaat om een redelijk groot en vooral lang eiland. Volgens de stafkaart is het circa 6 km lang en maximaal 1,5 km breed. De maximale hoogte van de duinenrij, oorspronkelijk aangelegd als stuifdijk, is 7 meter. De zuidoost zijde bestaat uit een zeer dynamisch systeem van kreken en slenken. Permanente bewoning heeft het eiland nooit gekend, wel zijn er tijdelijke bewoners geweest waarvan Godfried Bomans en Jan Wolkers de bekendste zijn (Bomans, 1972; Wolkers, 1987). Een reddingshuisje markeert de oostpunt.

Rottumeroog is veel ouder en heeft honderden jaren bewoners gehad. Nog steeds is dit merkbaar in de vorm van de zogeheten Tuin van Toxopeus, de oorspronkelijke groentetuin, nu aan de westpunt van het eiland gelegen. Het is een kleine vallei aan alle kanten omgeven door duinen, deels versterkt met een soort dijk, waardoor het regenwater hier minder makkelijk kon wegvloeien. Nu is het een kleine jungle en de zoetste plek van het eiland. Oog is zo'n 1,5 tot 2 km lang (afhankelijk van waar men het strand laat ophouden en beginnen) en zo'n 1,5 km breed. Het hoogste punt is 8,7 meter. Even ten oosten van de tuin van Toxopeus staat de Voogdwoning en wat bijgebouwen en ten zuiden hiervan de historische, gerestaureerde gietijzeren Kaap. Bij de Kaap begint een brakkig en allengs zouter wordende kwelder, die naar het zuidoosten afvloeit. Vooral door de aanwezigheid van de tuin van Toxopeus is Oog voor wat zijn biotopen betreft wat diverser. Een andere belangrijke factor is het feit, dat Oog nog steeds intensief bezocht wordt door mensen. Een grote groep van vrijwilligers is ieder jaar bezig om de stormschade te herstellen nu de overheid een zeer terughoudend beleid voert, Zo wordt er frequent hout aangevoerd van de vaste wal. Ongetwijfeld profiteren slakken hiervan.

Malacologische vondsten
Op Rottummerplaat werden de volgende land- en brakwaterslakken verzameld:

Het is geen compleet beeld, daar vooral de oostpunt slechts kort bemonsterd kon worden. Daar is de vegetatie het meest gevarieerd, zodat bij een volgend bezoek daar de aandacht naar uit zou ,moeten gaan.

Rottumeroog leverde een wat rijkere oogst op:

Een deel van de soorten die tijdens de eerste excursie wel gevonden werden, ontbrak nu, terwijl Cochlicopa lubricella, Discus rotundatus en Nesovitrea hammonis nieuw zijn. Voor beide eilanden geldt met nadruk, dat deze inventarisatie door tijdgebrek betrekkelijk oppervlakkig moest zijn. De kwelders hebben bijvoorbeeld weinig aandacht kunnen krijgen. De mariene fauna was niet spectaculair, hoewel er toch wel een paar aardige vondsten bij waren (zie onderstaande soortenlijsten). Met aandacht is gezocht naar Abra tenuis, die bij Borkum de noordgrens van zijn verspreidingsgebied bereikt (Dekker et al., 1993). Slechts klepjes werden gevonden.

Het was een boeiende excursie, vooral ook omdat het een kans was, een stukje zelden betreden Nederland te zien. Gezien de vondsten ligt het in de bedoeling om over een paar jaar nog eens op beide eilanden te kijken. Rest mij nog de bemanning van de Harder en Staatsbosbeheer (in de persoon van de heer Tiemens) te bedanken voor de verleende medewerking en de plezierige wijze waarop deze excursie gerealiseerd kon worden.

Literatuur
Dekker, R., Beukema, J.J., 1993. Dynamics and growth of a bivalve, Abra tenuis, at the northern edge of its distribution. J. mar. biol. Ass. U.K. 73:497-511

Bomans, G., 1972. Op reis rond de wereld en op Rottummerplaat, uitg. Elsevier,Amsterdam, 119-159

Kaas, P., 1981. Een nostalgische excursie naar Rottumeroog (en naar de kop van Drente) 11-19 september 1981, Cor.Bl. N.M.V. 203: 1188-1196

Schortinghuis, D.H., 1975. Cleyn eilant Rottum, Uitg. Knoop & Niemeijer, Haren, 119pp. (2e druk)

Schuitema, A.K., 1981. Enkele bijzonderheden over Rottumeroog, Cor.Bl. N.M.V. 203: 1196-1197

Wolkers, J., 1987. Groeten van Rottummerplaat, Uitg. Thomas Rap, Amsterdam, 112pp. (6e druk)

 

Soortenlijsten
Vondsten op Rottummerplaat, opgave Marc Lavalije. Bemonstering aan de zuidwestzijde en de noordoostzijde

Abra alba
Abra Lenuis
Angulus fabulus
Angulus tenuis
Barnea candida
Cerasboderma edule
Chamelea striatula
Donax vittatus
Ensis americanus
Macoma balthica
Mactra corrallina
Mya arenaria
Mya truncata (F)
Mysella bidentata
Mytilus edulis
Ostrea edulis (F)
Petricola pholadiformis
Saxicavella jeffreysi (F)
Scrobicularia plana
Spisula subtruncata
Tellimya ferruginosa
Zirfea crispata

Buccinum undatum
Chryssallida indistincta (F)
Hydrobia ulvae
Littorina littorea
Lunatia spec.
Odostomia scalaris
Retusa obtusa

Sepia officinalis

Vondsten op Rottummerplaat, opgave Marc Lavalije. Bemonstering aan de zuidoostzijde tussen plantaanspoelsel:

Cochlicopa lubrica
Vallonia pulchella
Ovatella myosotis
Vertigo antivertiqo
Pupilla muscorum
Vertigo pygmaea

Vondsten op Rottumeroog, opgave van Thijs de Boer. Langs het wester- en noorderstrand.

Abra alba
Acanthocardia echinata
Angulus fabulus
Angulus tenuis
Barnea candida
Cerastoderma edule
Donax vittatus
Ensis americanus
Ensis siliqua
Lutraria
Macoma balthica
Mactra corallina
Mya arenaria
Mya truncata
Mysella bidentata
Mytilus edulis
Ostrea edulis
Petricolaria pholadiformis
Saxicavella jeffrey
Scrobicularia plana
Spisula elliptica
Spisula subtruncata
Tellimya ferruginosa
Zirfea crispata

Bittium reticulatum
Buccinum undatum
Chrysallida sarsi
Hydrobia ulvae
Lacuna vincta
Littorina littorea
Lunatia alderi
Lunatia Catena
Odostomia scalaris
Oenopota turricula
Philine aperta
Retusa obtusa
Rissoa inconspicua
Turritella communis

Sepia officinalis

In het aanspoelsel op Rottumeroog trof Thijs de Boer tenslotte ook nog de volgende zoetwatersoorten aan, vermoedelijk afkomstig van de Eems:

Unio pictorum
Lymnaea cf. palustris
Lymnaea stagnalis
Planorbis planorbis

 

Bron:
Correspondentieblad van de
Nederlandse Malacologische Vereniging
No. 281 - november 1994