Rottumeroog

Door:  Rudi Fuchs

Jarenlang werd de vaargeul naar de Hamburgse haven uitgebaggerd. Het giftige slib werd gedeponeerd op braakliggende uiterwaarden langs de Elbe. Daar op de zogenaamde Spulfelder bleef het liggen. Het terrein was ontoegankelijk, niemand wilde het hebben. Maar ondanks de chemische vervuiling (die misschien wel meeviel) ontstond er plantengroei en nestelden er zich vogels. Langzaam begon de natuur zichzelf schoon te maken.

Medio jaren tachtig echter besloot de stad Hamburg dat de haven moest worden uitgebreid. De keuze viel op de Spulfelder. Die konden worden ontwikkeld. Het was toch alleen maar vervuilde drassige grond. In de discussie raakte ook Joseph Beuys betrokken. De kunstenaar merkte op dat de natuur al lang de macht had overgenomen en dat de Spulfelder tot een monument voor de natuur verklaard zouden moeten worden - een kunstwerk ter ere van de kracht en de ziel van de natuur die zichzelf, zonder hulp van platte technologie, bleek te kunnen regenereren. Met biologen wilde hij werken aan een plan om het proces een vorm te geven - en een polemische inhoud.

Vanuit dat standpunt is Rottumeroog eigenlijk ook een kunstwerk, een langzaam drijvende sculptuur. Van het project van Beuys kwam helaas niets terecht. De politieke discussies in Hamburg liepen hoog op - en de anders zo liberale burgemeester Von Dohnanyi zei dat ze voor het planten van bomen geen kunstenaar nodig hadden, daarvoor hadden ze de tuinman. Ik zou mevrouw Maij-Weggen willen aanmoedigen niet zo plomp te denken. In Nederland is een aantal kunstenaars dat al jaren met de natuur werkt: Sjoerd Buisman, Herman de Vries, Krijn Giezen en anderen. Geef Rottumeroog aan hen zodat het eiland, zolang het nog bestaat, stralend en voorbeeldig kan worden. Laat hen een vorm vinden - toch nog een echt Schwerpunkt van Nederlandse cultuur, buitengaats en richting Duitsland.  

 

Bron:
NRC Handelsblad
3 mei 1991