'Vechten geen verloren zaak'
Hendrik Toxopeus wil Rottumeroog niet aan natuur overlaten
Door Hans de Preter
ROTTUMEROOG ~ Het gekrijs van meeuwen, het gieren van' wind en het ruisen van de branding zijn de, geluiden waarvan Janny en Hendrik Toxopeus sinds afgelopen vrijdagmorgen weer met volle teugen genieten op 'hun' Rottumeroog.
Het echtpaar houdt sinds die dag het eiland bezet en heeft zich in de eenzaamheid nog geen moment verveeld. "Het is hier als vanouds. En dat bevalt me goed", vertelt Hendrik Toxopeus. Hij is de zoon van de laatste voogd van het eiland, Jan Toxopeus, die tot z'n pensioen in 1965 op het eiland woonde. Hendrik zou zijn vader graag als voogd zijn opgevolgd, maar Rijkswaterstaat - dat het eiland officieel beheert ~ vond het niet nodig om er en nieuwe voogd te laten wonen. Sindsdien is het eiland onbewoond, maar wel wordt het in de gaten gehouden door een soort toeziend voogd, Barend Klamer uit Rasquert, die er regelmatig komt en er ook helemaal verslingerd aan is geraakt.
De ouderlijke woning van Toxopeus is eigendom van Rijkswaterstaat en is nu 'gekraakt' door Janny en Hendrik Toxopeus. "Nadat ik in 1965 het eiland samen niet m'n ouders heb verlaten, ben ik werkzaam geweest als machinist op de kustvaart. Maar af en toe heb ik het eiland wel bezocht, zij het illegaal. In al die jaren is het eiland in grootte een stuk achteruit gegaan. Maar verder is er weinig veranderd. De vegetatie is nog helemaal aanwezig. Het is hier onveranderd erg mooi", vertelt hij. De zeeman is niet alleen verliefd op Rottumeroog en Rottumerplaat, maar op het gehele Waddengebied.
Onvrede
Toxopeus (47) besloot over te gaan tot de bezetting uit onvrede met het voorstel van
Rijkswaterstaat en de directie natuur, milieu en faunabeheer van het ministerie van
landbouw, natuurbeheer en visserij om de eilanden niet langer te onderhouden, maar over te
laten aan de natuur. Volgens het ministerie biedt dat voor Nederland unieke mogelijkheden
om de natuur zich te laten ontwikkelen: 'Rottumeroog en Rottumerplaat zijn de enige
eilanden in Nederland waar geen mensen mogen komen en daarmee de enige waar 'vrije
dynamiek' mogelijk is: het overlaten van de eilanden aan het spel der elementen', aldus de
filosofie van de natuurbeheerders. Rijkswaterstaat onderzocht wat de gevolgen zouden zijn
wanneer het onderhoud van de eilanden zou worden gestaakt. Uit dat onderzoek bleek dat het
overlaten aan de elementen amper negatieve gevolgen zou hebben voor de Groningse
kustverdediging, voor de diepte van de vaargeulen, voor de Noordgas-pijpleiding en voor de
kwelders. Minister Maij-Weggen zal dit najaar nu een besluit moeten nemen over de toekomst
van de eilanden.
De provincie Groningen is niet overtuigd van de argumenten van de directie Natuurbeheer en
van Rijkswaterstaat. Volgens gedeputeerde J. Remkes (WD) moeten beide eilanden gewoon
onderhouden blijven. 'Ik ben er niet van overtuigd dat de eilanden een ecologische
meerwaarde krijgen wanneer ze aan de natuur worden overgelaten", meent hij. Hij
erkent dat er ook zekere 'nostalgische gevoelens' een rol spelen bij zijn pleidooi voor
het standhouden van eilanden. "Maar daarom mogen dergelijke gevoelens niet meespelen
bij een politieke afweging?", zo vraagt hij zich af. Dat emoties een grote rol
spelen, bleek ook uit de telefonische reacties die Radio Noord gisteren binnen kreeg na
een reportage over et eiland. Ook andere media besteden veel aandacht aan de sterk tot de
verbeelding sprekende onbewoonde eilanden Rottumeroog en Rottumerplaat.
Maar Hendrik Toxopeus is
niet alleen op grond van nostalgische en emotionele overwegingen zijn aakactie op
Rottumeroog begonnen. "Het is niet zo dat vechten voor Rottumeroog een verloren zaak
is. Volgens sommigen is het eiland gedoemd om in de Eems te verdwijnen waar het door de
stroming naar toe 'wandelt'. Maar dat lijkt niet waar te zijn: het eiland groeit in
zuidoostelijke richting en gaat dus niet de Eems in, maar groeit naar de Groningse kust
toe", aldus Toxopeus.
Vandaag krijgen Hendrik en Janny Toxopeus bezoek van Rijkswaterstaat. Volgens woordvoerder
Nijdam worden er geen harde maatregelen overwogen tegen, het echtpaar Toxopeus. Maar hij
is er onrechtmatig. We zullen hem voorstellen om terug te keren naar het vasteland",
aldus Nijdam. Hij zegt de 'kraakactie' van Toxopeus niet goed te keuren. "Niemand
heeft niet het recht zo maar andermans gebouw te betreden", meent hij.
Twee weken
Hendrik Toxopeus zal evenwel niet zo snel van het eiland vertrekken. "Ik heb
aangekondigd om hier twee weken te blijven. En wat je beloofd hebt moet 'je ook
doen", 'zegt hij.
Toxopeus heeft gisteren steun gekregen van de schrijver-beeldhouwer Jan Wolkers. Deze
vindt dat er een actiecomité van intellectuelen moet worden gevormd om Hendrik Toxopeus
te steunen. "Ik ken Toxopeus niet maar ik vind het indrukwekkend wat die man doet.
Dat zo'n man zoiets doet: de elementen trotseren, dat vind ik fantastisch", aldus
Wolkers. Wat vindt Wolkers van de argumenten van degenen die het eiland aan de natuur
willen overlaten, dat zijn toch ook natuurliefhebbers? "Die argumenten vind ik onzin.
Als we de natuur z'n, gang laten gaan moeten we met z'n allen in Arnhem gaan wonen want
tot zover komt de zee dan", zegt hij. "Ik ken Rottumerplaat want ik ben daar een
week geweest. Wat mij betreft was ik er een jaar gebleven. Het is een zeer schitterend
eiland. Die eilandjes zijn eigenlijk een symbool voor heel Nederland, dat hebben we
veroverd op de zee. Nergens laten we in Nederland de natuur z'n gang gaan, denk maar eens
aan die varkensmesterijen. En nu willen ze uitgerekend Rottumeroog en Rottumerplaat laten
schieten. Nee, ik denk niet dat Maij-Weggen dat zal toestaan", aldus de schrijver.
Hij vindt het een goed idee van Toxopeus om het eiland in de toekomst door vrijwilligers
te laten onderhouden. "Ik zal mij daar dan zeker voor opgeven."
Hendrik Toxopeus is blij met de steun van Wolkers. "Iedere steun is welkom. Zeker die
van Wolkers. Het is een fantastisch hart onder de riem." Vandaag gaat hij verder met
de observatie van het eiland. "We hebben ons in een avontuur gestort. Dat moeten we
tot een goed einde brengen."
Bron:
Trouw
3 april 1991