Zoon van laatste strandvoogd Toxopeus vecht voor onbewoond eiland

Door Ron Couwenhoven

Nooit verliep een bezetting zo rustig als die van Rottumeroog in de vroege ochtenduren van vrijdag 29 maart. Gisteren dus. De Amazone, het schip van Hendrik Toxopeus uit Delfzijl, gleed rustig over de vlakke zee naar zijn ankerplaats voor het verlaten strand van het onbewoonde eiland in het noordelijkste puntje van Nederland. De schipper trok nog eens aan zijn pijpje, stapte aan wal in dit verboden gebied en sprak: "Zo, van nu af aan is Rottum bezet. Hier blijf ik in elk geval veertien dagen om nu eens goed duidelijk te maken dat het beheer van het eiland niet gestopt mag worden zoals Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer van plan zijn."

Toxopeus is de zoon van Jan Toxopeus, de laatste voogd van Rottum, die op een zwarte dag in 1965 met zijn gezin het eiland moest verlaten, omdat hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Senior had zijn hele leven op dit verlaten stuk Nederland doorgebracht. Zijn vader was er op een goede dag in 1908 verliefd op geworden en had de functie van voogd aanvaard. Sindsdien leefde de familie Toxopeus op Rottumeroog, trad het gezinshoofd op als strandvonder, rijksveldwachter, vuurtorenwachter, vogelteller, Lloydsagent, vertegenwoordiger van de reddingsbrigade, boer en ambtenaar van Rijkswaterstaat, belast met het behoud en de verdediging van Rottumeroog tegen de vraatzuchtige zee.

Verhuizen
Dat lukte prima tot de dag dat vader en moeder gedwongen naar Delfzijl moesten verhuizen. Sindsdien is liet beheer in handen van Rijkswaterstaat en verdween de helft van Rottumeroog in de golven. Nu dreigt een nieuw gevaar. In oktober neemt minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat een beslissing over de toekomst van het eiland. "En die ziet er treurig uit," zegt Hendrik Toxopeus. "De bezuinigingen hebben hier ook toegeslagen. De mensen van Rijkswaterstaat moeten er af. Staatsbosbeheer wil Rottum aan zijn lot overlaten. Het gevolg zal zijn dat er over tien, vijftien jaar niet meer dan een kale zandplaat over is. Die adviezen aan de minister liggen al klaar sinds Rijkswaterstaat heeft uitgedokterd dat Rottumeroog en Rottumerplaat van geen belang zijn voor de kustverdediging van het Groningse vasteland. Gaat de minister mee in dat advies, dan zal een uniek stuk Nederland absoluut verloren gaan. Tot nu toe doet niemand daar iets tegen. Daarom onderneem ik nu deze actie. De stem van Rottum moet ook eindelijk eens gehoord worden."

Hendrik Toxopeus jr. was eigenlijk voorbestemd zijn vader op te volgen. Hij leefde twintig jaar op het eiland, liep op zijn 21ste een jaar met zijn vader mee om in te werken en kwam toen tot de conclusie dat zijn ideeën over het beheer te veel botsten met de gedachten die men er op het kantoor in Baflo over had. Dat is na al die tijd nog steeds niet veranderd.

Verdwenen
Hij zegt: "Al de duinen die je nu hier ziet zijn nog door vader aangelegd. Sinds ons vertrek is de omvang van Rottum met de helft afgenomen. Al het geld en het zweet dat Rijkswaterstaat er in gestoken heeft is dus al die 25 jaar als het ware in zee verdwenen.

Dat komt doordat de opdrachten voor nieuwe duinvorming uit de tekenkamer van het kantoor komen; van mensen, die af en toe even komen kijken, dan een mooie dag op het eiland hebben gehad en weer voor maanden vertrekken. Ze weten eigenlijk niet wat het betekent dat Rottum een wandelend eiland is. Rijkswaterstaat verdedigt tegen de zee, maar speelt er niet mee."

Dat was vroeger wel zo. De voogden, die ruim 200 jaar geleden naar liet eiland kwamen, keken hoe de zeegang was. Als die dwars op een duin stond, wisten ze dat dat reddeloos was. Daar hielden ze rekening mee als ze rijsschermen gingen zetten om nieuwe duinen te vormen.

De snelheid van de verplaatsing van Rottum, dat nu langzaam om de zuidoost wandelt, omdat de diepe Eems verdere verplaatsing naar het oosten onmogelijk maakt, wordt nog het best aangegeven door de voortdurende verhuizingen van het gezin Toxopeus. "Vader woonde in vier verschillende huizen," zegt Hendrik. "De eerste drie verdwenen allemaal in zee."

Teruggeplaatst
Eind vorig jaar werd de oude kaap na een restauratie teruggeplaatst op het eiland. Het werd precies op dezelfde plek neergezet als vroeger. 'I'oxopeus belde nog met de burgemeester van Warfum om het antieke zeebaken 500 meter naar het zuidoosten te verplaatsen, omdat het dan veel langer zou duren voor de zee er bij zou zijn. Het hielp niet.

"Nu is Bareld Klamer uit Rasquert voogd over Rottum," zegt Toxopeus. "Hij woont er niet, maar werkt er wel voor Rijkswaterstaat. Een man die enorm veel voor het eiland heeft gedaan. Die ook precies weet wat er moet gebeuren voor het behoud en de nieuwe duinvorming, maar die zijn opdrachten uit de tekenkamer krijgt en deze moet uitvoeren. Laatst zag ik hem helemaal alleen op een duin zitten. Net vader, flitste het door me heen; een man die van Rottum houdt en er maar moeilijk afscheid van kan nemen nu hij ook met pensioen moet."

Het eiland, dat al vele jaren voor publiek gesloten is omdat het een belangrijk vogelreservaat is, wordt nu nog maar een paar maanden per jaar bewoond door vogelwachters. Ze tellen de sternen, de kiekendieven, de meeuwen. Af en toe komen er biologen. zoals vorig jaar, toen iemand de mierenpopulatie kwam onderzoeken, maar de uitgebreide paddenkolonie die door de familie Toxopeus in stand werd gehouden is verdwenen.

"We hielden twee poelen open. Eén om het vee te drenken, de ander voor de trekvogels en de zangvogels die het eiland aandeden. Daar ontwikkelde zich een uitgebreide paddenkolonie, maar de milieubeschermers hebben die drinkplaatsen nooit open gehouden. Nu staan er plastic bakjes niet water voor de zangvogeltjes en de padden zijn weg," zegt Hendrik. Hij vraagt, zich af waarom Rottum als natuurreservaat ineens niet meer in trek is.

"Vroeger lag op het Duitse wad het eiland Bosch. Daar werd ook niets meer aan gedaan. Het is nu een kale zandplaat waar niemand iets aan heeft. Zo zal Rottum ook worden als er niets gebeurt en de minister besluit er geen geld meer in te steken."

Onnodig
Het kille gereken over een uniek stukje Nederland –een rapport van de directie Rijkswaterstaat in Delfzijl noemt het "twee parels in de Waddenzee"- is volgens Hendrik Toxopeus absoluut niet nodig. De werkzaamheden aan de duinen moeten in het voorjaar na de stormen gedaan worden en in het najaar voor de winter nog eens worden nagelopen.

"Als die kosten te hoog zijn voor Rijkswaterstaat wil ik hier best met groepen vrijwilligers aan de slag," zegt hij. "In maart en april met acht maal twintig jongeren in werkkampen van een week. Dan leren mensen wat natuur is, hoe je er mee moet omgaan. Dat je zuinig moet zijn met elektriciteit en dat je je rommel altijd moet opruimen. Ze kunnen aangespoelde olie en flessen ruimen. Rijsschermen zetten voor nieuwe duinaangroei. De kosten van het onderhond zullen dan enorm gedrukt worden. Op die manier komen er ook steeds meer mensen die een binding met het eiland hebben. Nu zijn het twee bulten zand met helmgras, waar niemand iets aan heeft met uitzondering van een paar biologen, die er over een aantal jaren ook uitgewerkt zijn, omdat het eiland in de golven verdwenen zal zijn.

Inzet
Hijzelf biedt zich gratis aan om de leiding over een dergelijk project op zich te nemen. Hij is nu 47 jaar, en niet langer machinist op de kustvaart. Hendrik Toxopeus zet zich nu in voor zijn geboortegrond, waar hij twintig jaar lang met zijn ouders en zijn zusters woonde en waar het nooit eenzaam was.

"Dat gevoel kreeg ik pas toen ik in Groningen naar de Zeevaartschool ging. Naar de -stad, waar iedereen je voorbij liep zonder je aan te spreken. Dat kwam op Rottum nooit voor. Als je iemand vijfhonderd meter verder op het strand zag liep je er heen. Die man had je iets te vertellen. Dat was ook zo uniek van Rottuin: je leefde midden in de natuur, maar was er absoluut niet geïsoleerd."

 

Bron:
De Telegraaf
30 maart 1991