Studie naar toekomst onbewoonde eilanden

door Hans de Preter

Zeekraal en schorrekruid, planten met momenteel prachtige donkerrode herfstkleuren gedijen goed in de jonge kwelder van het Groningse onbewoonde waddeneiland Rottumeroog. Niet alleen dank zij, deze planten doet de kwelder denken aan een verlaten Russische steppe. Het is er even wijds en stil, geluiden van menselijke activiteiten zijn er niet te horen. Het huis waar de laatste bewoners van Rottumeroog, voogd Jan Toxopeus en zijn gezin, tot 1965 woonden en dat af en toe in gebruik is bij Rijkswaterstaat, staat er goed onderhouden maar onbewoond bij. In een duinpan - 'de tuin van Toxopeus' - groeien nu wilde vlierstruiken en kruipwilgen.

Wie naar de verre Groningse kust aan de horizon tuurt, ziet ook weinig van menselijke activiteiten: er zijn geen grote bouwwerken te zien, slechts een enkel kerkje steekt boven de dijk uit.

"Het is een schitterend eiland. Zo rustig en zo ruim. Je hebt het idee dat de aarde hier voortleeft zonder dat er mensen zijn. Op Rottumeroog en Rottumerplaat heb je echt het idee dat je in een ongerept gebied bent", zegt dr. Jaap de Vlas. Hij is bioloog en werkzaam bij de directie Natuur, milieu en faunabeheer van ministerie van landbouw en visserij in Leeuwarden.

Als het aan deze dienst ligt blijven beide eilanden ook in de toekomst een ongerept gebied, waar de zeehonden voor de kust kunnen uitrusten en waar vogels ongestoord kunnen broeden. Rottumerplaat en Rottumeroog zijn de enige Nederlandse eilanden waar geen mensen wonen en dus ook de enige waar 'vrije dynamiek' mogelijk is: het overlaten van de eilanden aan het spel der elementen. Aldus kan de natuur zich er ongestoord ontwikkelen.

Of deze 'vrije dynamiek' op de twee eilanden kan worden toegestaan en wat daarvan de gevolgen zijn is onderwerp van een studie die momenteel wordt verricht door Rijkswaterstaat in Groningen. De resultaten van de studie, die van invloed kunnen zijn op de toekomst van beide eilanden, worden over enkele weken verwacht.

In die studie wordt bekeken welke functie beide eilanden hebben in het kustbeheer en wat er gebeurt wanneer beide eilanden inderdaad aan hun lot worden overgelaten. De twee eilanden, gelegen in het oostelijke en stilste deel van de Waddenzee, worden nu nog regelmatig onderhouden om te voorkomen dat ze wegspoelen. Er wordt door Rijkswaterstaat helmgras geplant en de duinen worden af en toe verstevigd. Rottumeroog is tien jaar geleden nog versterkt; op Rottumerplaat worden al dertig jaar lang maatregelen genomen om de duinen te verstevigen.

De discussie over de toekomst van beide eilanden is ook actueel in het kader van een onderzoek naar de toekomst van de Nederlandse kustlijn. Minister Smit-Kroes heeft in een discussienota Kustverdediging na 1990 vier alternatieven aangegeven voor de wijze waarop in de toekomst de Nederlandse kusten moeten worden beschermd.

Evenwicht
Dezer dagen heeft de Technische adviescommissie voor de waterkeringen een keuze gemaakt uit die vier alternatieven. De commissie kiest voor een kustlijn "die in een zo natuurlijk mogelijk evenwicht met de krachten van de zee verkeert. Enige flexibiliteit bij het handhaven van de kustlijn is gewenst. Het is belangrijker de kustlijn als evenwichtig geheel in stand te houden, dan iedere kilometer op zich", aldus deze commissie.

Rottumerplaat, opgekomen als klein duineiland in 1839, groeit gestaag en is inmiddels een acht kilometer langgerekt eiland, waar Jan Wolkers en Godfried Bomans een jaar of twintig geleden ieder nog een week in hun eentje doorbrachten.

Rottumeroog is een veel ouder eiland: het behoorde in de middeleeuwen tot het klooster van het Groningse kustplaatsje Rottum en werd door Groningse kooplieden gebruikt, die er pakhuizen hadden. In de 80-jarige oorlog was het eiland een schuilhoek voor de Watergeuzen, totdat drie geuzen er door Stad-Groningers gevangen werden genomen en in 1573 op de grote Markt in Groningen van hun hoofd werden ontdaan.

In de zeventiende eeuw woonden er vissers en was er zelfs een schoolmeester. In de achttiende eeuw was het eiland korte tijd eigendom van de Engelse graaf Clancarty ('de malle graaf') die er een nogal lichtzinnig leven leidde. Hij zou er zelfs een harem op na hebben gehouden.

In de loop der eeuwen is het eiland door de stromingen en stormen steeds verder in oostelijke richting opgeschoven, maar ook steeds kleiner geworden. Inmiddels is het ongeveer vier vierkante kilometer groot en gevaarlijk dicht bij de diepe Eemsmonding aangeland. "Het is moeilijk te voorspellen of Rottumeroog verdwijnt. De laatste jaren waren er geen grote stormen en daardoor is het weer een beetje gegroeid. Maar over een langere periode gerekend is het steeds maar kleiner geworden", aldus dr. de Vlas.

Rottumerplaat daarentegen is de afgelopen jaren flink gegroeid. Ten zuiden van dit eiland ligt een prachtige kwelder die voor een groot deel nog in een pionierstadium verkeert. "Het is een van de mooiste jonge kwelders in Nederland", meent de Vlas.

Kokkelvissers
Sinds dit jaar zijn Rottumeroog en Rottumerplaat ook verboden gebied voor de mossel- en kokkelvissers. De bodem rond beide eilanden is verklaard tot 'bodemfaunareservaat'. De bodemfauna -wormen, kokkels, mosselen en tal van andere dieren - vormt de basis van de voedselketen voor vogels en zeehonden. Die fauna moet zich ongestoord kunnen ontwikkelen.

Dank zij die maatregelen zijn in dit gebied nog steeds goede kokkelbanken aanwezig, terwijl die in de rest van de Waddenzee veelal zijn weggevist.

Wanneer we een kijkje nemen op Rottumerplaat, treffen we er enkele kokkelvissers aan, die met de hand de kokkels -een schelpdier waar men vooral in Spanje dol op is- in hun schepen staan te laden. Ze krijgen een waarschuwing en de opdracht te vertrekken.

Volgens dr. De Vlas zorgen in het bijzonder de gemechaniseerde kokkelvissers voor een forse aderlating van de Waddenzee. "Jaarlijks wordt er door de kokkelvissers zeven miljoen kilo vlees onttrokken aan de Waddenzee. Dat gaat ten koste van de vogels", aldus De Vlas, die verwacht dat Rottumeroog en Rottumerplaat ook volgend jaar bodemfaunareservaat zullen blijven.

 

Bron:
Trouw
10 oktober 1989