Slapen op een ongerept Waddeneiland

Door: Gerco Verdouw

Puur natuur. Zuiderduin is het enige eiland in de Waddenzee dat totaal ongerept is. Er is nooit één schop de grond in gegaan. Af en toe komt er een vogelwachter vogels tellen. „Door de totale rust val ik hier vaak vanzelf in slaap.”

  Vogelwachter Koen van Dijken
 

Zwaar verboden toegang is het eilandje ten zuiden van Rottumeroog. „Hier komen per jaar hooguit vijftien verschillende mensen”, vertelt vogelwachter Koen van Dijken. Bij hoge uitzondering mag een verslaggever een kijkje nemen op Zuiderduin. „Je hebt geluk: het broedseizoen is voorbij en het is laagwater. Anders zou dit bezoek absoluut niet mogelijk zijn.”

Wadlopers die vanaf de Groningse kust het eiland naderen, zien een bordje ”Rottum; Kwetsbaar gebied, geen toegang”. Het bordje doelt daarbij niet op het eiland Rottumeroog of Rottumerplaat, maar het zo’n 500 meter verderop liggende Zuiderduin. Van Dijken: „Over het algemeen houden wadlopers zich wel aan het verbod en komen ze niet aan land. Slechts een enkele keer moeten wij mensen van het eiland sturen.”

De twee vogelwachters die van april tot augustus op Rottumeroog bivakkeren, moeten ook Zuiderduin in de gaten houden. „Onze taak is het bewaken van de rust op beide eilanden en het tellen van de planten- en vogelsoorten.” Wadlopers die te dicht bij de eilanden komen, krijgen van Van Dijken en zijn collega wel vaak uitleg waarom de eilanden verboden gebied zijn. „We nemen dan een telescoop mee en laten de mensen de lepelaars en aalscholvers zien. De nesten liggen gewoon op de grond, dus als iemand daar rondloopt, is de kans groot dat er eieren worden vertrapt. Op deze manier kweek je begrip en dat is belangrijk.”

Op Zuiderduin broeden 187 paar aalscholvers, 46 paar lepelaars en 3 à 4 paar kleine zilverreigers. Eenmaal per veertien dagen gaat een van de vogelwachters bij hoogwater naar Zuiderduin om daar de vogels te tellen. Dat kan alleen bij vloed, omdat de wadvogels dan op de droge plekken hun toevlucht zoeken. Van Dijken vindt het heerlijk om helemaal alleen zes uur lang op het eiland te vertoeven. „Na een anderhalf uur ben ik wel klaar met tellen. Maar ik moet dan nog vierenhalf uur wachten tot het wad weer droog is. Ik zoek dan een droog plekje op en val meestal vanzelf in slaap.”

Een weldadige rust gaat van het eiland uit

Er gaat inderdaad een weldadige rust van het eiland uit. De ziltige lucht van de Waddenzee voegt zich bij het geluid van de meeuwenkolonie op Zuiderduin. De aalscholvers en de lepelaars laten zich wel zien, maar niet horen. De wetenschap dat de dichtstbijzijnde beschaving minstens 10 kilometer verder op het Duitse Waddeneiland Borkum is te vinden, doet een mens gapen. „Een oase van stilte” en „een van de mooiste plekjes van Nederland” prijst ook Van Dijken het eiland met een diameter van 500 meter. „Zuiderduin is voor wetenschappers een soort nulmeting. Hier kunnen ze zien wat er gebeurt als je niets aan een Waddeneiland doet.”

Van Dijken vindt het dan ook een goed besluit dat er sinds 1997 op eilanden zoals Rottumeroog geen natuurbeheer meer plaatsvindt. „Sinds die tijd is bijvoorbeeld de populatie eidereenden gigantisch gegroeid. Die vogels zijn zeer gebaat bij een rustige omgeving, omdat ze tijdens het ruien niet goed kunnen vliegen. Als er hier arbeiders met grote machines bezig zijn, blijven ze weg.”

 

Bron:
Reformatorisch Dagblad
4 augustus 2009