Niets doen is goed beheer

Nieuwe beheerregeling Rottum

Door : Hans Revier

Onverwacht groot is in 1991 het verzet tegen het besluit van Rijkswaterstaat om het kustbeheer op Rottumeroog te staken. Vele jaren van onderzoek, evaluaties en overleg later zijn alle partijen het er uiteindelijk over eens dat in dit deel van het waddengebied de natuurkrachten te groot zijn om te kunnen beheersen

Op 29 maart 1991 bezet Hendrik Toxopeus, zoon van de laatste strandvoogd van Rottumeroog, het eiland van zijn jeugd. Hij protesteert tegen het besluit van Rijkswaterstaat om de kustverdediging op het meest oostelijke waddeneilandje te staken. Dit besluit vloeit voort uit een omslag in het denken. Jarenlang is Nederland verdedigd tegen de zee door duinen vast te leggen en met harde kustverdedigingswerken als strekdammen en dijken. Nu moeten natuurlijke, dynamische water- en zandbewegingen weer kansen krijgen.

Conferentie
De bezetting door Hendrik Toxopeus heeft succes. Cameraploegen rukken uit voor sfeerreportages en in de media verschijnen ronkende verhalen over het verdwijnen van Rottum in de Duitse golven van het Eems-estuarium. Ook de politiek reageert: de Tweede Kamer neemt een motie aan die pleit voor voortzetting van het kustonderhoud op Rottumeroog. De Waddenvereniging is voorstander van het staken van het kustbeheer en organiseert een conferentie over de toekomst van Rottum. Op deze conferentie blijkt dat veel betrokkenen het emotioneel lastig vinden om het onderhoud van Rottum los te laten, maar dat de algemene verwachting is dat de eilanden hierdoor niet zullen verdwijnen. Rottumeroog mag dan wel kleiner worden, daar tegenover staat de groei van Rottumerplaat. Uiteindelijk besluit de minister om Rottumeroog natuurvriendelijk te blijven onderhouden en het onderhoud van Rottumerplaat definitief te stoppen. Het onderhoud zal onder andere door vrijwilligers van de inmiddels opgerichte stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat worden uitgevoerd. Deze stichting en de Waddenvereniging gaan ook deelnemen aan de Beheers Adviescommissie Kustverdediging Rottumeroog (BAKR).

In 1996 vindt de eerste evaluatie van het nieuwe beleid plaats In de jaren daarvoor hebben vrijwilligers helm geplant en stuifschermen geplaatst. Ook ruimt men tweemaal per jaar het aangespoelde afval op. Maar het onderhoud verlengt de levensduur van het eiland niet, zo blijkt uit de evaluatie. Niettemin adviseert de BAKR voor de periode 1996-2001 op dezelfde voet door te gaan.

In 1998 blijkt waartoe de natuurkrachten in dit deel van de Waddenzee in staat zijn. Grote stukken van het noordwestelijk duin slaan door stormen af en het voormalige huis van de strandvoogd komt zo dicht aan de rand te staan dat het snel wordt afgebroken. Het evaluatierapport van 2001 concludeert dan ook dat de hoeveelheid zand die door het onderhoud wordt vastgehouden marginaal is ten opzichte van het zand dat door de stormen is weggeslagen. Voortzetting van het onderhoud achten de opstellers van het rapport niet zinvol. Op basis hiervan adviseert de BAKR volledig met het onderhoud van Rottumeroog te stoppen. Wel gaat men door met het regelmatig opruimen van de stranden.

Onvoorspelbaar
Vijf jaar later blijkt hoe onvoorspelbaar de natuur is. Aan de zuidzijde is Rottumeroog gegroeid en ondanks wat erosie in het westen en noordoosten is het eiland in totaal groter geworden. In het derde evaluatierapport zijn de conclusies helder: het staken van het onderhoud heeft geen negatieve invloed gehad op de oppervlakte en het onbelemmerd doorstuiven van het zand heeft positief uitgewerkt voor de natuur van het eiland. Op basis van de nieuwe beheerregeling vindt geen kustonderhoud meer plaats. De kustlijn wordt niet gehandhaafd en kusterosie heeft vrij spel. Wel blijft Rijkswaterstaat de boel in de gaten houden en de dienst draagt zorg voor het opruimen van puin en stenen die losraken uit de in het verleden aangelegde puindammen en gobimatten. Uiteindelijk heeft de natuur volledig vrij spel gekregen op onze meest oostelijke waddeneilanden.

Bron:
Waddenmagazine
Jaargang 42
September 2007