Vondst korfslak benadrukt natuurwaarden Rottum

Door: Staatsbosbeheer

Onlangs is door vrijwilligers op de Groninger eilanden Rottumeroog en Rottumerplaat de Nauwe korfslak gevonden.

De soort wordt genoemd in de Europese habitatrichtlijn. De laatste waarneming op de Nederlandse Waddeneilanden was in 1936 op Terschelling.

Rottumeroog, Rottumerplaat en het Zuiderduin (Rottum) en omstreken zijn door de Europese Commissie aangewezen als natuurgebied van internationaal belang. De eilanden maken namelijk deel uit van het Europese ecologisch netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie, Natura 2000 genaamd. Met dit netwerk werkt de Europese Unie aan het behoud en herstel van de biodiversiteit. Biodiversiteit is de verscheidenheid in genen, soorten en ecosystemen in een regio.

De Europese Habitatrichtlijn (leefomgeving) heeft als doel de biologische diversiteit in de Europese Unie in stand te houden door de bescherming van gebieden en soorten. Naast de Habitatrichtlijn heeft Rottum nog een EU status namelijk de Vogelrichtlijn. De Vogelrichtlijn heeft als doel bescherming van de in het wild levende vogels en hun leefomgeving.

De Nauwe korfslak, die nu op Rottum is ontdekt, is in heel Europa een zeldzaamheid, en wordt in veel landen in zijn voortbestaan bedreigd. Daarom is de soort opgenomen op de Europese lijst van beschermde soorten van de Habitatrichtlijn. In Nederland leeft het slakje voornamelijk in de Hollandse en Zeeuwse duinen, en heeft daar een voorkeur voor kalkrijke duinvalleien en plaatsen die permanent vochtig zijn. Dat ze nu op beide waddeneilanden gevonden zijn is, erg bijzonder: de Nauwe korfslak werd slechts één maal eerder in het waddengebied gevonden, in 1936 op Terschelling. Het landslakje wordt doorgaans niet groter dan 1,6 mm en ziet er uit als een ei-vormig bijenkorfje.

Sylvia van Leeuwen, woordvoerder van de werkgroep die de Nederlandse Mollusken (o.a. landslakken) inventariseert: slakken hebben vaak een negatief imago, maar dat is onterecht. In een ecosysteem hebben slakken juist een heel nuttige rol. Veel slakken leven van bladafval en schimmels en zijn zo de opruimers in de natuur. Omdat ze zo klein zijn, was het niet gemakkelijk de slakjes te vinden. Op Rottumerplaat hadden we toch vrij snel beet, maar op Rottumeroog konden we ze aanvankelijk niet vinden. Daarom hebben we zakjes met bodemstrooisel verzameld, die we thuis onder de microscoop uit hebben gezocht. En toen kwamen we er alsnog achter dat de Nauwe korfslak ook op Rottumeroog zat! Hoewel er niet zo veel mensen zijn die zo'n klein slakje zullen opmerken, is de vondst toch belangrijk. Dat zo'n soort er voorkomt geeft aan dat de natuur op Rottum goed ontwikkeld is, het onderstreept het belang van de bescherming van de natuurlijke rijkdommen op Rottumeroog en Rottumerplaat. Nader onderzoek moet uitwijzen waarom de soort nu op Rottum gevonden is en niet op de andere waddeneilanden.

Onderzoeken op Rottum worden alleen toegestaan als dit in het belang is voor beleid of beheer van de eilanden en omstreken.

Bron:
www.waddenzee.nl
2 oktober 2006

 

Profielschets van de Nauwe korfslak Vertigo angustior

door: Stichting Anemoon



De Nauwe korfslak Vertigo angustior (Jeffreys, 1830) is een uiterst klein landslakje met een LINKS-gewonden, tonvormig huisje dat doorgaans niet groter wordt dan circa 1,6 millimeter.

Voorkomen in Nederland
De soort is waargenomen in duinen en bossen, in zowel de Noord-Hollandse als Zuid-Hollandse als Zeeuwse duinengebieden. Daarnaast zijn er in het verleden meldingen geweest uit Limburg, langs de Rijn bij Millingen (rond 1996 nog aanwezig) en van Terschelling.
Klik hier voor een overzicht kaart van alle uur-hokken waar de Nauwe korfslak ooit is waargenomen.

Biotoop in Nederland
De soort wordt in Nederland vooral aangetroffen in duingebieden. Het gaat daarbij om biotopen variërend van open duin, tot sterk beschaduwd loofbos op zowel jonge als oude duinen. De soort wordt ook aangetroffen in infiltratiegebieden, langs diverse wateren, drassige weilanden en in rivierbos.

Doorgaans leeft de soort in open vochtige en vaak wat kalkrijke biotopen, die soms tijdelijk, maar nooit permanent uitdrogen. Tijdelijke uitdroging, evenals overstromingen wor den wel verdragen. De dieren worden vooral aangetroffen op overgangszones tussen nat en vochtig tot drassig terrein, waar ze leven op en tussen diverse grassen en moerasplanten. De Nauwe korfslak is echter niet duidelijk aan bepaalde plantensoorten gebonden en er worden ook vaak (soms veel!) dieren in de strooisellaag van duin- en andere bossen waargenomen. Ze zijn ook te vinden onder takjes en hout dat zich op de bodem bevindt. Een enkele keer worden ze ook op of onder stenen aangetroffen.

Populaties
In de praktijk blijkt het voorkomen vaak beperkt tot kleine populaties in zones van slechts enkele strekkende of vierkante meters. Tegenover dit beperkte voorkomen kunnen plaatselijk hoge dichtheden staan, tot circa 1000 stuks per vierkante meter.

Wijze van waarnemen
Om de Nauwe korfslak te vinden worden in het veld doorgaans monsters genomen van de strooisellaag (afgevallen bladeren, stengels en takjes). Doorgaans verzamelt men per locatie één tot twee liter. Het monster wordt na droging uitgezocht met behulp van een zevenset met maaswijdte van verschillende grootten, de kleinste met een maaswijdte van 1 millimeter. Vervolgens wordt het materiaal onder de binoculair uitgezocht en de exemplaren (ook van andere aanwezige mollusken) er uitgepikt en geteld. De verwerkingstijd (drogen, uitzoeken, etiketteren van buisjes en determineren, van één monster bedraagt circa vier uur.

Slechts weinig malacologen zijn in staat de soort in het veld op planten met het blote oog waar te nemen (zichtmethode). Ook deze experts nemen echter monsters, omdat ook gebleken is dat de soort via bemonstering veel vaker en beter kan worden vastgesteld dan met het blote oog.