Vogelteller had zich vaker eenzaam willen voelen
Interview Johan Prins op Rottumeroog
Door: Marijke Brouwer
Met zijn tweeën op een onbewoond eiland. De wind jakkert over de lege vlakte. De ene bui volgt de andere op en weken achter elkaar is er geen mens te zien. Een nachtmerrie voor de een, voor de ander een droom die uitkomt.
Met
zijn maat bivakkeerde Johan Prins (32) vier maanden op het uitgestorven
Rottumeroog. Om vogels te tellen voor Staatsbosbeheer.
"Super genieten", vindt de man uit Buitenpost, die nu weer terug is
van zijn eilandavontuur. Wie denkt dat vogeltellen een luizenbaantje is, heeft
het volgens Prins bij het verkeerde eind.
De afgelopen maanden werkten hij en zijn collega Mark de Vries (24) uit
Sellingen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Vogels worden wakker als de
zon op komt, dus moesten de mannen bij het ochtendgloren ook aan de bak.
"Wij maakten soms dagen van veertien uur. Elk uurtje daglicht benutten wij
om te tellen." Vogels uit Siberië en IJsland komen op hun trek allemaal
naar de Waddenzee. "Hier vreten ze zich vol voordat ze verder vliegen naar
Afrika", vertelt Prins. Bij hoog water komen de vogels naar het eiland om
te rusten. Het moment voor de vogelaars om te tellen. "Dan fladderen ze
niet rond en kun je goede schattingen maken." De vogeltellers verdeelden
het eiland, van 3 kilometer lang en 900 meter breed, in blokken. "Per blok
telden wij het aantal broedvogels."
Ook hielden ze de vlinder- en libellenstand bij en bewaakten ze de rust op het eiland. "Zorgen dat boten en bezoekers op afstand blijven."
De vogelaars hadden onderdak in een redelijk comfortabele wooncontainer. En daar hield het dan ook mee op. Leven op het onbewoonde eiland is Spartaans. "Douchen deden we met gezuiverd regenwater, drinkwater werd vanaf de wal aangevoerd en een wc was er niet." Voor hun dagelijkse behoefte waren ze aangewezen op een ouderwetse poepdoos buiten. "Alles op een hoop. De natuur ruimt het zelf weer op", vertelt Prins nuchter. "Tsja, het stinkt natuurlijk wel behoorlijk." Prins begeleidt gewoonlijk verstandelijk gehandicapten. Maar toen hij de kans kreeg zijn vogelpassie voor een paar maanden tot werk te maken, vroeg hij vijf maanden onbetaald verlof.
Bij het begin van zijn avontuur had hij gerekend op 'veel saaie dagen'. "Ik zag het ook als uitdaging om de een zaamheid te zoeken. Eigenlijk had ik mij wel wat eenzamer willen voelen." Afleiding was er voldoende. "Je moet alert blijven en er is altijd wat te zien." Word je je maatje niet beu na maanden samenwerken met alleen maar vogels in de buurt? Johan lacht. "Mark en ik kennen elkaar al jaren en je hebt dezelfde passie. Dat scheelt. Maar als ik het zat was, liep ik wel eens een rondje over het eiland." Eens in de vier weken ging hij een weekeinde naar huis. "Het was wel lastig om dan weer terug te gaan. Maar als ik op de boot zat was het al weer goed." Hard werken dat vogeltellen, maar ook tijd voor ontspanning. Met het hete weer zaten de heren lekker op een strandstoel in het zonnetje. "De vogels liggen dan ook op apegapen", zegt Prins lachend.
Bron:
Dagblad van het Noorden
24
augustus 2005