Vogelwachter op Rottumeroog: een buitenkansje

Door: Marijke Brouwer

Stapels boeken mee, een strandlaken en hopen op mooi weer. Een 37-urige werkweek op Rottumeroog is zo voorbij en de resterende uren zijn uitstekend door te komen. Vakantie vierend.

Maar dat zijn Mark de Vries (23) uit Sellingen en Johan Prins (32) uit Buitenpost niet van plan. Zij solliciteerden, net als ruim honderd anderen, op de baan van vogelwachter op het eiland en zij waren de gelukkigen. Hun werkweek telt formeel 37 uur, maar zij gaan ervan uit dat daar wel overheen komen. "Vogels staan op als de zon opkomt. Wij dus ook."

Ze staan te trappelen om af te varen naar Rottumeroog, waar ze beiden al eens zijn geweest om vogels te tellen. Ze zijn gek van het eiland, waar de natuur nog ruig is en vogels het voor het zeggen hebben. Liefst waren ze gisteren al vertrokken, maar ja, het broedseizoen is nog ver weg, dus vogelen ze voorlopig in de buurt.
Mark is de zoon van een boswachter. Johan had op zij achtste a oog voor roofvogels. Zijn ouders vertelden hem onlangs dat hij toen hij vier jaar was, al een gebedje opzegde. Niet voor zijn eigen heil, maar voor dat van de vogels. Of het ze alstublieft goed mocht gaan.

De passie is gebleven en wordt nu tijdelijk omgezet in werk. Johan neemt vijf maanden onbetaald verlof. Mark heeft zijn studie bos- en natuurbeheer op de hogeschool in Velp, voor een jaar stilgelegd. Ná Rottumeroog begint hun gewone leven weer. Want dat het po het vogeleiland niet bepaald gewoon zal zijn, dat beseffen de vogelwachters. Ze zijn op elkaar aangewezen. Eens per twee weken mag een van beiden een weekend naar huis en verder is het samenwerken en samenleven geblazen.

"Dat kan best lastig zijn", weet Johan uit gesprekken met een van hun voorgangers op Rottumeroog. 'Daar moeten we ons doorheen slaan", voegt Mark toe. Ze zijn er niet bang voor. De aanwezigheid van de vogels weegt zwaarder dan het gemis van vrienden n kennissen.
Mocht de verveling toeslaan, dan zijn er televisie en boeken. Ze leggen zo nodig een groentetuintje aan, gaan brood bakken en onderzoekjes doen. Mark: "Dit is een unieke kans. Het lijkt me machtig om vijf maanden aan zee te zijn."

Bron:
Haarlems Dagblad
18 december 2004