Bonk roest op Rottumeroog blijkt oud Duits zoeklicht

De vogelwachters Hans Roersma en Nelly van Brederode waren stomverbaasd toen ze op het noordwest strand van Rottumeroog een enorme bonk roest aantroffen. Ze begrepen al snel dat het niet om zomaar een hoop oud ijzer ging. Na enig nadenken wisten ze dat de klomp in de Tweede Wereldoorlog een zoeklicht was. Het ding is rond 1973 verdwenen onder een zandpakket van twee meter dik. Door de dynamiek van het zich telkens verplaatsende waddeneiland is het nu echter opeens weer boven water gekomen. Roersma begreep al snel dat ze op een oud zoeklicht waren gestuit, omdat hij over deze gevaartes had gelezen in het boek Ik ben van Rottum van Wiepke Toxopeus. De Duitsers beschikten op Rottumeroog over twee schijnwerpers. Een groter exemplaar dan het nu gevonden zoeklicht was samen met afluisterapparatuur wat verder naar het noordoosten geplaatst. In de buurt van de vindplaats van het kleine zoeklicht heeft boswachter Bert Corté van Staatsbosbeheer onderdelen gevonden van het grote zoeklicht. Het grootste deel van dit gevaarte zit waarschijnlijk nog diep onder het zand.

Het kleine zoeklicht is ooit gebruikt om signalen mee te geven, met het grote werden vliegtuigen "gevangen".

Dat de vogelwachters de bonk roest -die bijna dertig jaar schuil ging onder het zand- ontdekten, is te danken aan het beleid dat de overheid ten aanzien van Rottumeroog voert: natuurlijke processen op het eiland worden niet gehinderd

Bron:
Dagblad van het Noorden
17-09-2004