Vogels schrikken van laagvliegers

Door: Rob Buiter

Vliegtuigen mogen boven de Waddenzee niet lager dan 450 meter vliegen. Maar de sportvliegers kunnen zich niet beheersen boven. De onbewoonde eilandjes Rottumeroog en Rottumerplaat hebben een te grote aantrekkingskracht. Broedende en rustende vogels worden gestoord. Met dringende brieven aan de vliegers hoopt Staatsbosbeheer het schaamrood op de kaken van de piloten te krijgen.

Uit het vogelwachtersrapport van Rottumerplaat: 30 juni, sportvliegtuigje draait rondjes op 100 meter hoogte, grote verstoring van groepen meeuwen, scholeksters en wulpen; 7 juli, militaire helikopter vliegt op 200 meter over, verstoring van grote groepen foeragerende wadvogels; 10 juli, motorzwever vliegt op 300 meter over, nagenoeg alle vogels op Rottumerplaat vliegen op.

Het complete verslag van het vogelbroedseizoen 2000 op Rottumerplaat telt minstens zestig van dergelijke lichte tot zeer grote verstoringen van broedende of rustende groepen vogels. 'Het is moeilijk om de precieze omvang van de verstoringen door vliegtuigen in te schatten', zegt vogelwachter Date Lutterop van Staatsbosbeheer. 'Als we verstoorde nesten zouden gaan tellen, verstoren we zelf weer veel te veel. Maar dat het een ernstig probleem is staat vast.'

Veilig verscholen in een hoge uitkijktoren wijst Lutterop naar een kolonie dwergsterns op het oostelijk strand van het eiland. 'Dwergsterns hebben heel eenvoudige, ondiepe nesten. Er staat nu een straffe wind. Wanneer de vogels worden opgejaagd en ze zijn een kwartier van hun nest af, dan is een deel van de eieren al onder het zand gestoven. Die vinden ze niet meer terug. Wij hebben gemeten dat de verstoringen door vliegtuigen soms tot wel een half uur nawerken.'

Maar ook buiten het broedseizoen is rust hard nodig, zegt de vogelwachter. 'Onderzoek aan trekvogels laat zien dat ieder grammetje voedsel dat ze naar binnen krijgen het verschil kan betekenen tussen wel of niet Afrika bereiken. En daar, die zeehonden, daar liggen er een paar bij met jongen. Op zichzelf schrikken zeehonden minder snel van een vliegtuig dan vogels. Maar schieten ze toch het water in, omdat er plotseling een vliegtuig laag overkomt, dan kunnen ze de jongen niet meer zogen.'

Samen met zijn partner Giny Kasemir bivakkeert Date Lutterop al veertien jaar ieder broedseizoen op Rottumerplaat. Ze tellen er vogels, planten en vlinders. En ze houden ongewenste bezoekers op afstand. De kleine burgerluchtvaart vormt inmiddels de belangrijkste bron van verstoringen op Rottumeroog en Rottumerplaat. 'Vroeger kregen we nog wel illegaal bezoek van kanoërs of zeilers die hun hondje kwamen uitlaten. Maar inmiddels weten de meeste mensen wel dat dit gebied in het broedseizoen verboden terrein is. De vliegtuigjes zijn nu onze grootste zorg.'

Lange tijd mochten sportvliegers best een kijkje nemen tot vlak boven de Waddenzee: 150 meter was de grens volgens de luchtvaartwet. Maar in 1999 werd die wet op aandringen van natuurbeschermers aangescherpt. Onderzoek in opdracht van het ministerie van verkeer en waterstaat had immers laten zien dat vliegtuigen die lager dan 300 meter overvliegen, op rustende vogels hetzelfde effect hebben als het silhouet van een roofvogel: de hele boel gaat de lucht in.

Ook Date Lutterop heeft gemerkt dat vooral het visuele effect van de vliegtuigjes verstorend is. 'Wanneer er een straljager overkomt maakt dat wel een hoop lawaai, maar daar reageren de vogels uiteindelijk toch minder op. Vooral zweefvliegtuigjes verstoren veel. Gisteren kwam er nog eentje over op zo'n zeshonderd meter hoogte. Zelfs dan is het silhouet van die dingen blijkbaar zo bedreigend dat de hele boel de lucht in gaat.'

Na veertien jaar vliegtuigjes spotten tegen wil en dank, zijn de vogelwachters van Staatsbosbeheer aardig bedreven geworden in het schatten van vlieghoogten. Lutterop: 'Eens in de zoveel tijd ijken we onze schattingen met behulp van een foto. Als je de verhoudingen van het vliegtuig en de horizon goed op een foto hebt staan, kun je nauwkeurig de hoogte bepalen. Dan blijkt steeds weer dat wij het op het blote oog vrij aardig doen.'

Dankzij de aangepaste luchtvaartwet moeten vliegtuigen nu een minimale hoogte van 450 meter aanhouden. 'Ik was heel blij met die aanpassing', zegt Bert Corté, de verantwoordelijke boswachter van Staatsbosbeheer in het oostelijk Waddengebied. 'Maar in de praktijk blijkt het toch niet veel uit te halen. Nog steeds komen nieuwsgierige vliegers rondjes draaien boven de eilanden.'

Het antwoord van de boswachter op deze overtredingen is voorlopig vriendelijk. De vogelwachters noteren de kentekens van de vliegtuigen en de eigenaar krijgt van Staatsbosbeheer een brief waarin wordt uitgelegd wat de effecten van laagvliegen zijn: 'Als het broedsucces gering is kan dat desastreuze gevolgen hebben voor de zogenoemde Rode Lijst-soorten. Ook tijdens de voor- en najaarstrek leiden verstoringen tot een slechtere conditie van de vogels, wat tot extra sterfte kan leiden.'

'We hopen dat we op de manier het schaamrood op de kaken van de vliegers kunnen krijgen', zegt Corté. 'Maar helaas gaat het vaak om verhuurbedrijven, en dan moeten we maar hopen dat de eigenlijke piloot ook op de hoogte wordt gebracht.' Mocht de vriendelijke aanpak geen effect hebben, dan zal Staatsbosbeheer uiteindelijk ook 'de bevoegde opsporingsautoriteit inschakelen. 'Met tegenzin', aldus Corté, 'maar als het moet, dan moet het maar. We hebben in ieder geval al apparatuur achter de hand waarmee we de exacte vlieghoogte ondubbelzinnig kunnen vaststellen.'

Bron:
Trouw
18 juli 2001