'Geen winkels om geld uit te geven'

Zomerwerk
Werk: eiland- en vogelwachter
Wanneer: april tot en met augustus
Hoeveel: ca. 2700 netto per maand
Waar: Rottumplaat en Rottumeroog

Door: Mirjam van Immerzeel

Een zomer lang op een verlaten eiland bivakkeren? Het kan, zonder naar de Stille Zuidzee af te reizen, zonder dikke portemonnee, maar wel met salaris. Het klinkt te goed o waar te zijn en dat is het voor de meeste mensen ook. Maar niet voor de eilandwachters op Rottumeroog en Rottumerplaat.

Sinds de jaren zeventig zijn de oostelijke waddeneilanden absoluut taboe voor mensen. Hierdoor kan de natuur haar gang gaan, broeden vogels ongestoord en zogen zeehonden in alle rust hun jongen. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als er geen toezicht wordt gehouden.

Dus stelt Staatsbosbeheer voor elk eiland twee wachters aan die iedere zomer vier maanden lang de eilanden bewonen. Wat de overheidsinstelling daarvoor terug verwacht? Elke veertien dagen alle vogels tellen en de rust bewaren. Dat laatste betekent vooral: eigenwijze medemensen van het verboden eiland weren.

'We zijn verdwaald het staat niet op onze kaart, ik doe biologisch onderzoek, ik wil hier als vrijwilliger werken.' Eilandwachters Giny Kasemir en Date Lutterop, beide 44 jaar, hebben ondertussen alle smoezen gehoord. 'Verboden gebied trekt mensen nu eenmaal aan,' weet Kasemir.

'Als je het rustig uitlegt, begrijpen ze meestal wel waarom niemand hier mag komen. Maar zo nu en dan zit er iemand tussen die vindt dat hij als belastingbetaler recht heeft om op het eiland te komen. Dan wordt het wat lastiger.'

Gewapend met een verrekijker, mobiele telefoon en portofoon speurt Kasemir vanaf de vogeltoren Rottumerplaat af. Mocht ze binnendringers in de verte zien, dan moet ze politiegent gaan spelen Te voet, natuurlijk, het is immers woest natuurgebied. En dan kan het makkelijk gebeuren dat na een uur stevige pas de vogel alweer is gevlogen.

Dat is maar een deel van haar toezichtstaak. Want verstoring van de rust dreigt niet alleen vanuit zee en Kasemir wijst naar boven. 'Sportvliegtuigjes, straaljagers en ultralights veroorzaken veel overlast op de eilanden. Vogels verlaten hun nesten, vaak voorgoed. Daarom geldt boven de eilanden een minimale overvlieggrens van 450 meter. Van ieder toestel dat te laag overkomt, noteren wij de registratie en geven dat door aan de boswachter. Hij schrijft dan een waarschuwing of een proces verbaal uit.'

Kasemir is van huis uit bioloog, maar dat is geen vereiste voor de baan als eilandwachter. Op Rottumeroog zitten een gewezen kok en verpleegkundige. N haar afstuderen kreeg Kasemir het aanbod van Staatsbosbeheer Rottumerplaat te 'bewaken'. Ze moest alleen nog een collega zoeken. 'Toen heb ik Date gebeld, een oud studiegenoot die ik zes jaar niet had gezien. Omdat in het huisje op Plaat meer een slaapkamer was, zijn we eigenlijk eerst gaan samenwonen. Daarna is het pas wat geworden tussen ons.'

Lutterop en Kasemir hadden zich aanvankelijk voorgenomen te blijven totdat ze een vaste baan zouden vinden. Dat is er nooit meer van gekomen. Nu veertien jaar later, zouden ze niet anders meer willen. 'Ik zou mijn vrijheid missen.'

In de loop der jaren hebben de twee hun leven rond Rottumerplaat ingedeeld. ‘s Winters werken ze bij het zeehondenopvangcentrum Pieterburen, houden ze lezingen en doen ze alles wat voor handen komt om wat geld te verdienen. Als Kasemir niet op Plaat is, ontwerpt ze als freelancer tuinen.

'Eenmaal terug op het eiland kunnen we weer wat sparen. Er zijn hier toch geen winkels om geld uit te geven. Maar voordat we vertrekken moeten we wel in een keer groot inkopen aan levensmiddelen, kleding en andere dingen die we nodig hebben om het hier eventjes vol te houden. Een schip van Rijkswaterstaat brengt ons drinkwater.'

Hoewel de huisvesting op beide eilanden eenvoudig is, is het er toch niet echt Spartaans. Tijd om te vereenzamen hebben de eilandbewoners ook niet. Elke veertien dagen mag een vogelwachter van het eiland af. De achterblijver mag op zijn beurt twee mensen uitnodigen voor gezelschap.

Op Rottumeroog staat Dries Olsthoorn (46) voorlopig alleen op het strand. Zijn vriendin en collega vogelwachter Anneke Bouman moest deze week met spoed naar het vaste land. Zij bleek een hernia te hebben opgelopen. Olsthoorn maakt zich zorgen, maar ziet niet op tegen de eenzaamheid. Boswachter Bert Corté van Staatsbosbeheer is er niet zeker van. Zijn werkgever huurt de vogelwachters in en het is zijn taak over hun welzijn te waken.

Mocht er iets ernstigs gebeuren dan is de reddingsboot weliswaar met een half uur op het eiland, maar dan moet er natuurlijk wel iemand zijn om de wal te waarschuwen. Tot zijn tevredenheid komt volgende week een vriend van Olsthoorn naar het eiland.

Twee jaar geleden woonden de huidige eilandwachters van Oog nog in Alkmaar en hadden beiden een vaste baan. Hij als kok in een bedrijfskantine, zij als verpleegkundige in een psychiatrisch ziekenhuis. 'We hadden al het plan een jaar vrij te nemen om te reizen. Maar toen we de vacature zagen van vogelwachters leek ons dat ook wel wat. Ik ben altijd geďnteresseerd geweest in vogels en het is bovendien gewoon betaald werk.'

Na hun eerste seizoen op Oog maakten ze alsnog hun droomreis: over land via India naar Nepal. Het contrast tussen het hectische en arme India en de rust op Oog bleek monumentaal. Olsthoorn had het er erg kwaad mee. 'Toen hebben we vanuit Nepal gemaild naar Staatsbosbeheer of we dit seizoen weer naar Oog mochten. Dat was zo geregeld, gelukkig. Ik moest hier echt even bijkomen.'

Bron:
De Volkskrant
6 juli 2001