Rottumeroog, dynamisch tegen wil en dank

Door: Anky Woudstra

Rottumeroog kwam in 1991 nadrukkelijk in het nieuw Er was weerstand tegen het 'loslaten' (concreet starten met dynamisch kustbeheer) van dit onbewoonde eiland. Het protest werd geleid door Hendrik Toxopeus, de zoon van de laatste voogd van het eiland. Het kostte hem geen enkele moeite de bewoners van de Groninger noordkust achter zich te krijgen en ook de media waren volledig op zijn hand. Begrip voor de beweegredenen voor het loslaten was ver te zoeken. Toch is er inmiddels mondjesmaat begonnen met dynamisch kustbeheer, ook op Rottumerplaat. De definitieve stap is echter nog steeds niet gezet.

De plannen voor een meer dynamisch onderhoud kwamen niet uit de lucht vallen. Al in de beheersplannen uit de jaren tachtig werd het loslaten van de meest oostelijke Nederlandse waddeneilanden voorgesteld. De Waddenvereniging formuleerde in 1990 de gedachte achter zulk beheer als volgt: "Ontneemt het krampachtig vasthouden van de kustlijn ons niet de mogelijkheden voor een meer natuurlijke ontwikkeling, die in veel gevallen de natuurwaarden van de duinen kan doen toenemen? Met name op Rottumerplaat en Rottumeroog zijn er mogelijkheden om de dynamiek van het kustgebied volledig te benutten Daarvoor is het noodzakelijk dat de stabiliserende kustverdedigingsmaatregelen daar gestaakt worden." De geesten bleken er nog niet rijp voor.

"Rottumeroog zou volledig in de Eems verdwijnen en Rottumerplaat zou in een kale zandplaat veranderen", werd voorspeld. De Minister van Verkeer en Waterstaat besloot in augustus 1991 tot een voorzichtig compromis Het onderhoud op Rottumerplaat werd beëindigd. Op Rottumeroog werd het op een natuurvriendelijke en extensieve wijze voortgezet. Zo weinig mogelijk de rust verstoren, maar wel met doel de levensduur van het eiland te verlengen. Ook werd er een Beheers Adviescommissie Kustverdediging Rottumeroog (BAKR) ingesteld.

Zeker sinds 1354
Rottumeroog bestond al in 1354. Er werd toen melding gemaakt van een ruzie tussen kloosterlingen uit het dorp Rottum en de boeren van Uithuizen. Het eiland is voortdurend van vorm en plaats veranderd, zo valt uit oude kaarten op te maken. Sinds de Middeleeuwen is Rottumeroog zo'n vijf kilometer naar het (zuid)oosten opgeschoven. Het is in de loop der uwen behalve door kloosterlingen ook bewoond geweest door zeerovers, kooplieden, een Engelse graaf en diverse voogden. Uit en beschrijving van G.A.Venema in 1869 blijkt dat het eiland zeer dicht begroeid was met helm, als gevolg van het uitroeien van de konijnen door de voogd. Ook werden volop eieren geraapt, van zilvermeeuw, bergeend, visdief, grote stern en dwergstern. Begin deze eeuw was het eiland een uitvalsbasis voor de zeehondenjacht. Voor de scheepvaart is Rottumeroog altijd een belangrijk herkenningspunt geweest. Voor dat doel hebben er lange tijd twee kapen op het eiland gestaan. Hiervan is alleen de Emder Kaap nog over, als 'nautisch industrieel symbool'.

Rottumerplaat is veel jonger. Het dankt zijn bestaan eigenlijk aan de plannen voor inpoldering van de Waddenzee. Ter voorbereiding hiervan werd in de vijftiger jaren op de Boschplaat (toen een zandplaat) een stuifdijk aangelegd. Dit leidde ertoe dat de plaat zich ontwikkelde tot een eiland van ca. 750 ha., met een prachtige kweldervegetatie en een enorme strandvlakte, met s1ufter en stuifduintjes aan de noordwestzijde. In 1991 ging men ervan uit dat door afslag, ter hoogte van de knik in de stuifdijk, hier een 'wash-over' zou ontstaan. Echter, de vooroever en het strand zijn sindsdien juist aanzienlijk uitgebreid en opgehoogd. De doorbraak zal voorlopig niet plaatsvinden. De natuurlijkheid en rust zijn sterk toegenomen en van een kale zandplaat is geen sprake.

Afname oppervlakte
Rottumeroog is ondank, de verdedigingsmaatregelen van Rijkswaterstaat sinds 1930 in oppervlakte afgenomen, van ca. 550 ha tot ca. 250 ha. Lange tijd bestonden de maatregelen uit helm planten, zand vangen met behulp van stuifschermen. In de jaren zeventig en tachtig ging Rijkswaterstaat over tot rigoureuzere maatregelen. Aan de noordwestzijde zijn gobimatten (stukken beton op een kunststof ondergrond) aan de duinvoet geplaatst en zijn puindammen aangelegd, om de stroom af te houden. De laatste jaren heeft juist deze noordwestzijde het zwaar te verduren gehad. De puindammen zijn vrijwel geheel uiteen geslagen en de gobimatten zijn kapot gebeukt. Ze liggen verspreid over het strand. Sinds de minister in 1991 besloot tot 'natuurvriendelijke' maatregelen is er in ruime mate helm en biestarwegras geplant en zijn er jaarlijks enkele kilometers stuifscherm geplaatst. Aan de noordwestzijde zijn deze schermen in enkele stormvloeden volledig vernield. Aan de andere zijden wordt door de schermen zand gevangen.

De evaluatie van 1996 leerde dat deze maatregelen de levensduur van Rottumeroog niet verlengden. Wel betekenen de onderhoudswerkzaamheden een extra rustverstoring, met name in het vroege voorjaar. Toch heeft de minister het nog niet aangedurfd een punt te zetten achter dit geknutsel. Men gaat door met stuifschermen plaatsen, om zo mogelijke duinvorming te stimuleren Er wordt zelfs geprobeerd de geul tussen Rottumeroog en de Zuiderduintjes te laten dichtstuiven. De natuur ging intussen gewoon haar gang en spoelde het hoge duin, dat de 'Tuin van Tox' van de zee afschermde, in 1998 volledig weg. Alle gebouwen van Rijkswaterstaat moesten hals ver kop afgebroken worden. Alleen het onderkomen van de vogelwachters aan de noordzijde staat nog op z'n plek, maar ook daar treedt de kustlijn terug. Tegenover dit alles staat wel dat de vloedhaak aan de westzijde zich flink lijkt uit te breiden. Ook is enige ophoging en verplaatsing te bespeuren in zuidelijke richting.

Het afbreken van de gebouwen had aanleiding kunnen zijn om het onderhoud alsnog te stoppen. Toch zijn er in 1999 knalgele containers als tijdelijke huisvesting verschenen, aan de relatief veilige zuidwestzijde. Volgend jaar komt daar een permanent gebouw, dat zowel door de vogelwachters als de onderhoudsmensen kan worden gebruikt. Ook voor het monumentale baken is hier een droge plek gevonden. Een echt natuurlijk beheer waarbij het eiland zich ongestoord en op eigen wijze kan ontwikkelen zal dus nog wel enkele jaren op zich laten wachten.

Drs. A. Woudstra is coördinator
van de Landelijke Vereniging tot
Behoud van de Waddenzee

Bron:
Duin, december 1999
22e jaargang no. 4
Themanummer 'Dynamisch Kustbeheer'
Uitgegeven door de Stichting Duinbehoud

 

duinbeh1.jpg (42441 bytes)

De natuur ging gewoon haar gang en spoelde het hoge duin, dat de 'Tuin van Tox' van de zee afschermde, in 1998 volledig weg. Alle gebouwen van Rijkswaterstaat moesten hals over kop afgebroken worden. Goed te zien is de Emder Kaap (foto: Paul Paris).

duinbeh2.jpg (46569 bytes)

Een foto uit de 'oude doos', toen Rijkswaterstaat nog actief het eiland tegen de zee verdedigde. Rechtsonder het baken, het huis van de laatste strandvoogd Toxopeus en de zogenaamde 'Tuin van Tox', een met struweel begroeide duinvallei (foto: Paul Paris).